Distribueren (to distill) conjugation

Dutch

Conjugation of distribueren

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
distribueer
I distill
distribueert
you distill
distribueert
he/she/it distills
distribueren
we distill
distribueren
you all distill
distribueren
they distill
Present perfect tense
heb gedistribueerd
I have distilled
hebt gedistribueerd
you have distilled
heeft gedistribueerd
he/she/it has distilled
hebben gedistribueerd
we have distilled
hebben gedistribueerd
you all have distilled
hebben gedistribueerd
they have distilled
Past tense
distribueerde
I distilled
distribueerde
you distilled
distribueerde
he/she/it distilled
distribueerden
we distilled
distribueerden
you all distilled
distribueerden
they distilled
Future tense
zal distribueren
I will distill
zult distribueren
you will distill
zal distribueren
he/she/it will distill
zullen distribueren
we will distill
zullen distribueren
you all will distill
zullen distribueren
they will distill
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou distribueren
I would distill
zou distribueren
you would distill
zou distribueren
he/she/it would distill
zouden distribueren
we would distill
zouden distribueren
you all would distill
zouden distribueren
they would distill
Subjunctive mood
distribuere
I distill
distribuere
you distill
distribuere
he/she/it distill
distribuere
we distill
distribuere
you all distill
distribuere
they distill
Past perfect tense
had gedistribueerd
I had distilled
had gedistribueerd
you had distilled
had gedistribueerd
he/she/it had distilled
hadden gedistribueerd
we had distilled
hadden gedistribueerd
you all had distilled
hadden gedistribueerd
they had distilled
Future perf.
zal gedistribueerd hebben
I will have distilled
zal gedistribueerd hebben
you will have distilled
zal gedistribueerd hebben
he/she/it will have distilled
zullen gedistribueerd hebben
we will have distilled
zullen gedistribueerd hebben
you all will have distilled
zullen gedistribueerd hebben
they will have distilled
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gedistribueerd hebben
I would have distilled
zou gedistribueerd hebben
you would have distilled
zou gedistribueerd hebben
he/she/it would have distilled
zouden gedistribueerd hebben
we would have distilled
zouden gedistribueerd hebben
you all would have distilled
zouden gedistribueerd hebben
they would have distilled
Du
Ihr
Imperative mood
distribueer
distill
distribueert
distill

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

dempen
fill up
detacheren
do
dichtvallen
do
disputeren
argue
distantiëren
reveal
distingeren
distill
divergeren
diverge
domen
do
dompen
heave
doodblijven
do

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'distill':

None found.
Learning languages?