Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Discrimineren (to discredit) conjugation

Dutch
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
discrimineer
discrimineert
discrimineert
discrimineren
discrimineren
discrimineren
Present perfect tense
heb gediscrimineerd
hebt gediscrimineerd
heeft gediscrimineerd
hebben gediscrimineerd
hebben gediscrimineerd
hebben gediscrimineerd
Past tense
discrimineerde
discrimineerde
discrimineerde
discrimineerden
discrimineerden
discrimineerden
Future tense
zal discrimineren
zult discrimineren
zal discrimineren
zullen discrimineren
zullen discrimineren
zullen discrimineren
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou discrimineren
zou discrimineren
zou discrimineren
zouden discrimineren
zouden discrimineren
zouden discrimineren
Subjunctive mood
discriminere
discriminere
discriminere
discriminere
discriminere
discriminere
Past perfect tense
had gediscrimineerd
had gediscrimineerd
had gediscrimineerd
hadden gediscrimineerd
hadden gediscrimineerd
hadden gediscrimineerd
Future perf.
zal gediscrimineerd hebben
zal gediscrimineerd hebben
zal gediscrimineerd hebben
zullen gediscrimineerd hebben
zullen gediscrimineerd hebben
zullen gediscrimineerd hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gediscrimineerd hebben
zou gediscrimineerd hebben
zou gediscrimineerd hebben
zouden gediscrimineerd hebben
zouden gediscrimineerd hebben
zouden gediscrimineerd hebben
Du
Ihr
Imperative mood
discrimineer
discrimineert

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'discredit':

None found.