Disciplineren (to discipline) conjugation

Dutch
14 examples

Conjugation of disciplineren

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
disciplineer
I discipline
disciplineert
you discipline
disciplineert
he/she/it disciplines
disciplineren
we discipline
disciplineren
you all discipline
disciplineren
they discipline
Present perfect tense
heb gedisciplineerd
I have disciplined
hebt gedisciplineerd
you have disciplined
heeft gedisciplineerd
he/she/it has disciplined
hebben gedisciplineerd
we have disciplined
hebben gedisciplineerd
you all have disciplined
hebben gedisciplineerd
they have disciplined
Past tense
disciplineerde
I disciplined
disciplineerde
you disciplined
disciplineerde
he/she/it disciplined
disciplineerden
we disciplined
disciplineerden
you all disciplined
disciplineerden
they disciplined
Future tense
zal disciplineren
I will discipline
zult disciplineren
you will discipline
zal disciplineren
he/she/it will discipline
zullen disciplineren
we will discipline
zullen disciplineren
you all will discipline
zullen disciplineren
they will discipline
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou disciplineren
I would discipline
zou disciplineren
you would discipline
zou disciplineren
he/she/it would discipline
zouden disciplineren
we would discipline
zouden disciplineren
you all would discipline
zouden disciplineren
they would discipline
Subjunctive mood
disciplinere
I discipline
disciplinere
you discipline
disciplinere
he/she/it discipline
disciplinere
we discipline
disciplinere
you all discipline
disciplinere
they discipline
Past perfect tense
had gedisciplineerd
I had disciplined
had gedisciplineerd
you had disciplined
had gedisciplineerd
he/she/it had disciplined
hadden gedisciplineerd
we had disciplined
hadden gedisciplineerd
you all had disciplined
hadden gedisciplineerd
they had disciplined
Future perf.
zal gedisciplineerd hebben
I will have disciplined
zal gedisciplineerd hebben
you will have disciplined
zal gedisciplineerd hebben
he/she/it will have disciplined
zullen gedisciplineerd hebben
we will have disciplined
zullen gedisciplineerd hebben
you all will have disciplined
zullen gedisciplineerd hebben
they will have disciplined
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gedisciplineerd hebben
I would have disciplined
zou gedisciplineerd hebben
you would have disciplined
zou gedisciplineerd hebben
he/she/it would have disciplined
zouden gedisciplineerd hebben
we would have disciplined
zouden gedisciplineerd hebben
you all would have disciplined
zouden gedisciplineerd hebben
they would have disciplined
Du
Ihr
Imperative mood
disciplineer
discipline
disciplineert
discipline

Examples of disciplineren

Example in DutchTranslation in English
"We onderzoeken het, omdat we onszelf disciplineren."We're looking into it because we discipline ourselves.
- Je moet ze disciplineren.- Got to give them discipline.
Als je leert wat kritiek is, Rita... dan moet je beginnen die geest van jou te disciplineren.If you're going to learn criticism, Rita, you have to discipline that mind of yours.
Angela, ik zou je nooit vertellen hoe je je mensen moet disciplineren.Angela, I would never presume to tell you how to discipline your people.
En misschien zou ik niet om uw kind te disciplineren Als je het zelf gedaan!And maybe I wouldn't have to discipline your child if you did it yourself!
Ik houd ze in dwang. Als je me wilt aandringen, Ik disciplineer ze er hard.If you want to push me, I will discipline them very hard.
Als jij je kind niet disciplineert, dan doe ik het voor je.Hey, if you don't discipline your child, I will do it for you.
Ik wil de buren niet storen als jij me disciplineert.I don't want to disturb the people next door while you discipline me.
"Wij wensen onze militaire taak gedisciplineerd uit te voeren en beschuldigen Generaal Janssens van oneerlijk gedrag."We wish our military to be disciplined to carry out our mission and accuse General Janssens of unfair behavior.
- Je bent niet voldoende gedisciplineerd,- You're not sufficiently disciplined...
- Slim, heel gedisciplineerd.Smart. Real disciplined.
- Ze zijn niet zo gedisciplineerd en laten hun emoties in de weg staan van hun plicht.They are not as disciplined... and they let their emotions interfere with their duty.
Agent Sims is de meest gedisciplineerd agent waar ik ooit mee heb gewerkt.Agent Sims is as disciplined an Agent as I have ever worked with.
Toch, hij heeft de Imperial Guard en disciplineerde soldaten.Still, he has the Imperial Guard and disciplined soldiers.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'discipline':

None found.
Learning languages?