Dichtvriezen (to freeze) conjugation

Dutch
12 examples

Conjugation of dichtvriezen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
vries dicht
I freeze
vriest dicht
you freeze
vriest dicht
he/she/it freezes
vriezen dicht
we freeze
vriezen dicht
you all freeze
vriezen dicht
they freeze
Present perfect tense
ben dichtgevroren
I have frozen
bent dichtgevroren
you have frozen
is dichtgevroren
he/she/it has frozen
zijn dichtgevroren
we have frozen
zijn dichtgevroren
you all have frozen
zijn dichtgevroren
they have frozen
Past tense
vroor dicht
I froze
vroor dicht
you froze
vroor dicht
he/she/it froze
vroren dicht
we froze
vroren dicht
you all froze
vroren dicht
they froze
Future tense
zal dichtvriezen
I will freeze
zult dichtvriezen
you will freeze
zal dichtvriezen
he/she/it will freeze
zullen dichtvriezen
we will freeze
zullen dichtvriezen
you all will freeze
zullen dichtvriezen
they will freeze
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou dichtvriezen
I would freeze
zou dichtvriezen
you would freeze
zou dichtvriezen
he/she/it would freeze
zouden dichtvriezen
we would freeze
zouden dichtvriezen
you all would freeze
zouden dichtvriezen
they would freeze
Subjunctive mood
vrieze dicht
I freeze
vrieze dicht
you freeze
vrieze dicht
he/she/it freeze
vrieze dicht
we freeze
vrieze dicht
you all freeze
vrieze dicht
they freeze
Past perfect tense
was dichtgevroren
I had frozen
was dichtgevroren
you had frozen
was dichtgevroren
he/she/it had frozen
waren dichtgevroren
we had frozen
waren dichtgevroren
you all had frozen
waren dichtgevroren
they had frozen
Future perf.
zal dichtgevroren zijn
I will have frozen
zal dichtgevroren zijn
you will have frozen
zal dichtgevroren zijn
he/she/it will have frozen
zullen dichtgevroren zijn
we will have frozen
zullen dichtgevroren zijn
you all will have frozen
zullen dichtgevroren zijn
they will have frozen
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou dichtgevroren zijn
I would have frozen
zou dichtgevroren zijn
you would have frozen
zou dichtgevroren zijn
he/she/it would have frozen
zouden dichtgevroren zijn
we would have frozen
zouden dichtgevroren zijn
you all would have frozen
zouden dichtgevroren zijn
they would have frozen
Present bijzin tense
dichtvries
I freeze
dichtvriest
you freeze
dichtvriest
he/she/it freezes
dichtvriezen
we freeze
dichtvriezen
you all freeze
dichtvriezen
they freeze
Past bijzin tense
dichtvroor
I froze
dichtvroor
you froze
dichtvroor
he/she/it froze
dichtvroren
we froze
dichtvroren
you all froze
dichtvroren
they froze
Future bijzin tense
zal dichtvriezen
I will freeze
zult dichtvriezen
you will freeze
zal dichtvriezen
he/she/it will freeze
zullen dichtvriezen
we will freeze
zullen dichtvriezen
you all will freeze
zullen dichtvriezen
they will freeze
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou dichtvriezen
I would freeze
zou dichtvriezen
you would freeze
zou dichtvriezen
he/she/it would freeze
zouden dichtvriezen
we would freeze
zouden dichtvriezen
you all would freeze
zouden dichtvriezen
they would freeze
Subjunctive bijzin mood
dichtvrieze
I freeze
dichtvrieze
you freeze
dichtvrieze
he/she/it freeze
dichtvrieze
we freeze
dichtvrieze
you all freeze
dichtvrieze
they freeze
Du
Ihr
Imperative mood
vries dicht
freeze
vriest dicht
freeze

Examples of dichtvriezen

Example in DutchTranslation in English
M'n mond vriest dicht.- My mouth is starting to freeze shut.
Als de zee dichtgevroren is, zullen we morgen vertrekken.If the sea has frozen over, we should leave tomorrow.
Daarna is 't opnieuw dichtgevroren.It's frozen over again into clear ice.
De polen zijn zo dichtgevroren dat het zeepeil sterk is gedaald.There is now so much water frozen at the poles that sea levels have fallen dramatically.
De rivier is al honderden jaren dichtgevroren.- River? The river's been frozen solid for a hundred years.
De zeeën waren dichtgevroren.The surface of the seas were frozen over.
De gemiddelde temperatuur lag 1,5 graad lager dan normaal. Het noordelijk halfrond vroor dicht.Averaging 2.3 degrees Fahrenheit below normal, the northern hemisphere froze over.
Hij ging door met bidden tot alle zeeanemonen verwelkt waren. De oceaan vroor dicht... en omringde de amfibicopter en de Blauwe Fee met ijs. Maar je kon haar blijven zien, een in ijs gevangen blauwe geest.He prayed until all the sea anemones had shriveled and died as the ocean froze and the ice encased the amphibicopter and the Blue Fairy locking them together where he could see her a blue ghost in ice.
Misschien als de hel dichtvriest.Maybe when hell freezes over.
Voor nu overleven ze alleen op opgeslagen vet en begraven zeewier en wachten geduldig tot de zee dichtvriest en de jacht verder kan gaan.For now, they survive only on stored fat and buried seaweed and wait patiently for the sea to freeze over so the hunt can resume.
Ik neem aan dat het lijk in het meer terecht kwam voordat het dichtvroor, toen vroor het dicht het lijk kwam bovendrijven en vroor vast aan de onderkant van het ijs.I would surmise that the body went into the lake before it froze, then the lake froze, then the body floated up and became attached to the bottom of the ice.
Toen de rivier dichtvroor en hij je midden in de nacht wakker maakte om te schaatsen en toen jij zijn kapperszaak veegde en hij Louis Prima opzette en deed alsof het scheerapparaat een microfoon was.There was the time when the river froze and he woke you up at midnight to go skating, and the time you were sweeping up at his barbershop when he put on Louis Prima and pretended the electric razor was a microphone.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'freeze':

None found.
Learning languages?