Etymology
Blog
Etymology Blog

Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Dichtstoppen (to stop up) conjugation

Dutch
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
stop dicht
stopt dicht
stopt dicht
stoppen dicht
stoppen dicht
stoppen dicht
Present perfect tense
heb dichtgestopt
hebt dichtgestopt
heeft dichtgestopt
hebben dichtgestopt
hebben dichtgestopt
hebben dichtgestopt
Past tense
stopte dicht
stopte dicht
stopte dicht
stopten dicht
stopten dicht
stopten dicht
Future tense
zal dichtstoppen
zult dichtstoppen
zal dichtstoppen
zullen dichtstoppen
zullen dichtstoppen
zullen dichtstoppen
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou dichtstoppen
zou dichtstoppen
zou dichtstoppen
zouden dichtstoppen
zouden dichtstoppen
zouden dichtstoppen
Subjunctive mood
stoppe dicht
stoppe dicht
stoppe dicht
stoppe dicht
stoppe dicht
stoppe dicht
Past perfect tense
had dichtgestopt
had dichtgestopt
had dichtgestopt
hadden dichtgestopt
hadden dichtgestopt
hadden dichtgestopt
Future perf.
zal dichtgestopt hebben
zal dichtgestopt hebben
zal dichtgestopt hebben
zullen dichtgestopt hebben
zullen dichtgestopt hebben
zullen dichtgestopt hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou dichtgestopt hebben
zou dichtgestopt hebben
zou dichtgestopt hebben
zouden dichtgestopt hebben
zouden dichtgestopt hebben
zouden dichtgestopt hebben
Present bijzin tense
dichtstop
dichtstopt
dichtstopt
dichtstoppen
dichtstoppen
dichtstoppen
Past bijzin tense
dichtstopte
dichtstopte
dichtstopte
dichtstopten
dichtstopten
dichtstopten
Future bijzin tense
zal dichtstoppen
zult dichtstoppen
zal dichtstoppen
zullen dichtstoppen
zullen dichtstoppen
zullen dichtstoppen
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou dichtstoppen
zou dichtstoppen
zou dichtstoppen
zouden dichtstoppen
zouden dichtstoppen
zouden dichtstoppen
Subjunctive bijzin mood
dichtstoppe
dichtstoppe
dichtstoppe
dichtstoppe
dichtstoppe
dichtstoppe
Du
Ihr
Imperative mood
stop dicht
stopt dicht

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

darten
do
decoreren
decorate
detoneren
detain
dichtgaan
close
dichtknijpen
do
dichtschuiven
close slide
dichtspringen
close jump
dichtstrijken
close iron
dichttimmeren
board up
dilateren
dilate

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'stop up':

None found.