Dichtdrukken (to press closed) conjugation

Dutch

Conjugation of dichtdrukken

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
druk dicht
I press closed
drukt dicht
you press closed
drukt dicht
he/she/it presses closed
drukken dicht
we press closed
drukken dicht
you all press closed
drukken dicht
they press closed
Present perfect tense
heb dichtgedrukt
I have pressed closed
hebt dichtgedrukt
you have pressed closed
heeft dichtgedrukt
he/she/it has pressed closed
hebben dichtgedrukt
we have pressed closed
hebben dichtgedrukt
you all have pressed closed
hebben dichtgedrukt
they have pressed closed
Past tense
drukte dicht
I pressed closed
drukte dicht
you pressed closed
drukte dicht
he/she/it pressed closed
drukten dicht
we pressed closed
drukten dicht
you all pressed closed
drukten dicht
they pressed closed
Future tense
zal dichtdrukken
I will press closed
zult dichtdrukken
you will press closed
zal dichtdrukken
he/she/it will press closed
zullen dichtdrukken
we will press closed
zullen dichtdrukken
you all will press closed
zullen dichtdrukken
they will press closed
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou dichtdrukken
I would press closed
zou dichtdrukken
you would press closed
zou dichtdrukken
he/she/it would press closed
zouden dichtdrukken
we would press closed
zouden dichtdrukken
you all would press closed
zouden dichtdrukken
they would press closed
Subjunctive mood
drukke dicht
I press closed
drukke dicht
you press closed
drukke dicht
he/she/it press closed
drukke dicht
we press closed
drukke dicht
you all press closed
drukke dicht
they press closed
Past perfect tense
had dichtgedrukt
I had pressed closed
had dichtgedrukt
you had pressed closed
had dichtgedrukt
he/she/it had pressed closed
hadden dichtgedrukt
we had pressed closed
hadden dichtgedrukt
you all had pressed closed
hadden dichtgedrukt
they had pressed closed
Future perf.
zal dichtgedrukt hebben
I will have pressed closed
zal dichtgedrukt hebben
you will have pressed closed
zal dichtgedrukt hebben
he/she/it will have pressed closed
zullen dichtgedrukt hebben
we will have pressed closed
zullen dichtgedrukt hebben
you all will have pressed closed
zullen dichtgedrukt hebben
they will have pressed closed
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou dichtgedrukt hebben
I would have pressed closed
zou dichtgedrukt hebben
you would have pressed closed
zou dichtgedrukt hebben
he/she/it would have pressed closed
zouden dichtgedrukt hebben
we would have pressed closed
zouden dichtgedrukt hebben
you all would have pressed closed
zouden dichtgedrukt hebben
they would have pressed closed
Present bijzin tense
dichtdruk
I press closed
dichtdrukt
you press closed
dichtdrukt
he/she/it presses closed
dichtdrukken
we press closed
dichtdrukken
you all press closed
dichtdrukken
they press closed
Past bijzin tense
dichtdrukte
I pressed closed
dichtdrukte
you pressed closed
dichtdrukte
he/she/it pressed closed
dichtdrukten
we pressed closed
dichtdrukten
you all pressed closed
dichtdrukten
they pressed closed
Future bijzin tense
zal dichtdrukken
I will press closed
zult dichtdrukken
you will press closed
zal dichtdrukken
he/she/it will press closed
zullen dichtdrukken
we will press closed
zullen dichtdrukken
you all will press closed
zullen dichtdrukken
they will press closed
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou dichtdrukken
I would press closed
zou dichtdrukken
you would press closed
zou dichtdrukken
he/she/it would press closed
zouden dichtdrukken
we would press closed
zouden dichtdrukken
you all would press closed
zouden dichtdrukken
they would press closed
Subjunctive bijzin mood
dichtdrukke
I press closed
dichtdrukke
you press closed
dichtdrukke
he/she/it press closed
dichtdrukke
we press closed
dichtdrukke
you all press closed
dichtdrukke
they press closed
Du
Ihr
Imperative mood
druk dicht
press closed
drukt dicht
press closed

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

componeren
do
crediteren
credit
deuken
dent
deunen
do
deuviken
do
dibberen
do
dichtdraaien
shut off
dichten
close
dicteeën
do
dicteren
dictate

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'press closed':

None found.
Learning languages?