Deviëren (to devalue) conjugation

Dutch

Conjugation of eiti

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
devieer
I devalue
devieert
you devalue
devieert
he/she/it devalues
deviëren
we devalue
deviëren
you all devalue
deviëren
they devalue
Present perfect tense
heb gedevieerd
I have devalued
hebt gedevieerd
you have devalued
heeft gedevieerd
he/she/it has devalued
hebben gedevieerd
we have devalued
hebben gedevieerd
you all have devalued
hebben gedevieerd
they have devalued
Past tense
devieerde
I devalued
devieerde
you devalued
devieerde
he/she/it devalued
devieerden
we devalued
devieerden
you all devalued
devieerden
they devalued
Future tense
zal deviëren
I will devalue
zult deviëren
you will devalue
zal deviëren
he/she/it will devalue
zullen deviëren
we will devalue
zullen deviëren
you all will devalue
zullen deviëren
they will devalue
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou deviëren
I would devalue
zou deviëren
you would devalue
zou deviëren
he/she/it would devalue
zouden deviëren
we would devalue
zouden deviëren
you all would devalue
zouden deviëren
they would devalue
Subjunctive mood
deviëre
I devalue
deviëre
you devalue
deviëre
he/she/it devalue
deviëre
we devalue
deviëre
you all devalue
deviëre
they devalue
Past perfect tense
had gedevieerd
I had devalued
had gedevieerd
you had devalued
had gedevieerd
he/she/it had devalued
hadden gedevieerd
we had devalued
hadden gedevieerd
you all had devalued
hadden gedevieerd
they had devalued
Future perf.
zal gedevieerd hebben
I will have devalued
zal gedevieerd hebben
you will have devalued
zal gedevieerd hebben
he/she/it will have devalued
zullen gedevieerd hebben
we will have devalued
zullen gedevieerd hebben
you all will have devalued
zullen gedevieerd hebben
they will have devalued
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gedevieerd hebben
I would have devalued
zou gedevieerd hebben
you would have devalued
zou gedevieerd hebben
he/she/it would have devalued
zouden gedevieerd hebben
we would have devalued
zouden gedevieerd hebben
you all would have devalued
zouden gedevieerd hebben
they would have devalued
Du
Ihr
Imperative mood
devieer
devalue
devieert
devalue

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

demoniseren
demodulate
demystificeren
demystify
derogeren
derogate
desintegreren
disintegrate
desisteren
do
desorganiseren
disorganize
devalueren
devalue
diaboliseren
devalue
dichtknijpen
do
dichttrekken
draw close

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'devalue':

None found.
Learning languages?