Declasseren (to declaim) conjugation

Dutch

Conjugation of declasseren

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
declasseer
I declaim
declasseert
you declaim
declasseert
he/she/it declaims
declasseren
we declaim
declasseren
you all declaim
declasseren
they declaim
Present perfect tense
heb gedeclasseerd
I have declaimed
hebt gedeclasseerd
you have declaimed
heeft gedeclasseerd
he/she/it has declaimed
hebben gedeclasseerd
we have declaimed
hebben gedeclasseerd
you all have declaimed
hebben gedeclasseerd
they have declaimed
Past tense
declasseerde
I declaimed
declasseerde
you declaimed
declasseerde
he/she/it declaimed
declasseerden
we declaimed
declasseerden
you all declaimed
declasseerden
they declaimed
Future tense
zal declasseren
I will declaim
zult declasseren
you will declaim
zal declasseren
he/she/it will declaim
zullen declasseren
we will declaim
zullen declasseren
you all will declaim
zullen declasseren
they will declaim
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou declasseren
I would declaim
zou declasseren
you would declaim
zou declasseren
he/she/it would declaim
zouden declasseren
we would declaim
zouden declasseren
you all would declaim
zouden declasseren
they would declaim
Subjunctive mood
declassere
I declaim
declassere
you declaim
declassere
he/she/it declaim
declassere
we declaim
declassere
you all declaim
declassere
they declaim
Past perfect tense
had gedeclasseerd
I had declaimed
had gedeclasseerd
you had declaimed
had gedeclasseerd
he/she/it had declaimed
hadden gedeclasseerd
we had declaimed
hadden gedeclasseerd
you all had declaimed
hadden gedeclasseerd
they had declaimed
Future perf.
zal gedeclasseerd hebben
I will have declaimed
zal gedeclasseerd hebben
you will have declaimed
zal gedeclasseerd hebben
he/she/it will have declaimed
zullen gedeclasseerd hebben
we will have declaimed
zullen gedeclasseerd hebben
you all will have declaimed
zullen gedeclasseerd hebben
they will have declaimed
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gedeclasseerd hebben
I would have declaimed
zou gedeclasseerd hebben
you would have declaimed
zou gedeclasseerd hebben
he/she/it would have declaimed
zouden gedeclasseerd hebben
we would have declaimed
zouden gedeclasseerd hebben
you all would have declaimed
zouden gedeclasseerd hebben
they would have declaimed
Du
Ihr
Imperative mood
declasseer
declaim
declasseert
declaim

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

reclasseren
do

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

creperen
do
curetteren
do
dactyloscoperen
do
dagvaarden
summon
dealen
deal
debrayeren
do
declareren
declaim
declineren
declaim
deelnemen
participate
demarreren
do

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'declaim':

None found.
Learning languages?