Creosoteren (to do) conjugation

Dutch

Conjugation of creosoteren

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
creosoteer
I do
creosoteert
you do
creosoteert
he/she/it does
creosoteren
we do
creosoteren
you all do
creosoteren
they do
Present perfect tense
heb gecreosoteerd
I have done
hebt gecreosoteerd
you have done
heeft gecreosoteerd
he/she/it has done
hebben gecreosoteerd
we have done
hebben gecreosoteerd
you all have done
hebben gecreosoteerd
they have done
Past tense
creosoteerde
I did
creosoteerde
you did
creosoteerde
he/she/it did
creosoteerden
we did
creosoteerden
you all did
creosoteerden
they did
Future tense
zal creosoteren
I will do
zult creosoteren
you will do
zal creosoteren
he/she/it will do
zullen creosoteren
we will do
zullen creosoteren
you all will do
zullen creosoteren
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou creosoteren
I would do
zou creosoteren
you would do
zou creosoteren
he/she/it would do
zouden creosoteren
we would do
zouden creosoteren
you all would do
zouden creosoteren
they would do
Subjunctive mood
creosotere
I do
creosotere
you do
creosotere
he/she/it do
creosotere
we do
creosotere
you all do
creosotere
they do
Past perfect tense
had gecreosoteerd
I had done
had gecreosoteerd
you had done
had gecreosoteerd
he/she/it had done
hadden gecreosoteerd
we had done
hadden gecreosoteerd
you all had done
hadden gecreosoteerd
they had done
Future perf.
zal gecreosoteerd hebben
I will have done
zal gecreosoteerd hebben
you will have done
zal gecreosoteerd hebben
he/she/it will have done
zullen gecreosoteerd hebben
we will have done
zullen gecreosoteerd hebben
you all will have done
zullen gecreosoteerd hebben
they will have done
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gecreosoteerd hebben
I would have done
zou gecreosoteerd hebben
you would have done
zou gecreosoteerd hebben
he/she/it would have done
zouden gecreosoteerd hebben
we would have done
zouden gecreosoteerd hebben
you all would have done
zouden gecreosoteerd hebben
they would have done
Du
Ihr
Imperative mood
creosoteer
do
creosoteert
do

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

competiteren
do
constateren
ascertain
corresponderen
correspond
counselen
counsel
couperen
counter
creëren
create
cremeren
cremate
creperen
do
dauwen
do
debiteren
debit

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.
Learning languages?