Cooljugator Logo Get a Dutch Tutor

conditioneren

to stipulate

Looking for learning resources? Study with our courses! Get a full course →

Conjugation of conditioneren

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
conditioneer
I stipulate
conditioneert
you stipulate
conditioneert
he/she/it stipulates
conditioneren
we stipulate
conditioneren
you all stipulate
conditioneren
they stipulate
Present perfect tense
heb geconditioneerd
I have stipulated
hebt geconditioneerd
you have stipulated
heeft geconditioneerd
he/she/it has stipulated
hebben geconditioneerd
we have stipulated
hebben geconditioneerd
you all have stipulated
hebben geconditioneerd
they have stipulated
Past tense
conditioneerde
I stipulated
conditioneerde
you stipulated
conditioneerde
he/she/it stipulated
conditioneerden
we stipulated
conditioneerden
you all stipulated
conditioneerden
they stipulated
Future tense
zal conditioneren
I will stipulate
zult conditioneren
you will stipulate
zal conditioneren
he/she/it will stipulate
zullen conditioneren
we will stipulate
zullen conditioneren
you all will stipulate
zullen conditioneren
they will stipulate
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou conditioneren
I would stipulate
zou conditioneren
you would stipulate
zou conditioneren
he/she/it would stipulate
zouden conditioneren
we would stipulate
zouden conditioneren
you all would stipulate
zouden conditioneren
they would stipulate
Subjunctive mood
conditionere
I stipulate
conditionere
you stipulate
conditionere
he/she/it stipulate
conditionere
we stipulate
conditionere
you all stipulate
conditionere
they stipulate
Past perfect tense
had geconditioneerd
I had stipulated
had geconditioneerd
you had stipulated
had geconditioneerd
he/she/it had stipulated
hadden geconditioneerd
we had stipulated
hadden geconditioneerd
you all had stipulated
hadden geconditioneerd
they had stipulated
Future perf.
zal geconditioneerd hebben
I will have stipulated
zal geconditioneerd hebben
you will have stipulated
zal geconditioneerd hebben
he/she/it will have stipulated
zullen geconditioneerd hebben
we will have stipulated
zullen geconditioneerd hebben
you all will have stipulated
zullen geconditioneerd hebben
they will have stipulated
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou geconditioneerd hebben
I would have stipulated
zou geconditioneerd hebben
you would have stipulated
zou geconditioneerd hebben
he/she/it would have stipulated
zouden geconditioneerd hebben
we would have stipulated
zouden geconditioneerd hebben
you all would have stipulated
zouden geconditioneerd hebben
they would have stipulated
Du
Ihr
Imperative mood
conditioneer
stipulate
conditioneert
stipulate

Further details about this page

LOCATION