Complotteren (to do) conjugation

Dutch

Conjugation of complotteren

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
complotteer
I do
complotteert
you do
complotteert
he/she/it does
complotteren
we do
complotteren
you all do
complotteren
they do
Present perfect tense
heb gecomplotteerd
I have done
hebt gecomplotteerd
you have done
heeft gecomplotteerd
he/she/it has done
hebben gecomplotteerd
we have done
hebben gecomplotteerd
you all have done
hebben gecomplotteerd
they have done
Past tense
complotteerde
I did
complotteerde
you did
complotteerde
he/she/it did
complotteerden
we did
complotteerden
you all did
complotteerden
they did
Future tense
zal complotteren
I will do
zult complotteren
you will do
zal complotteren
he/she/it will do
zullen complotteren
we will do
zullen complotteren
you all will do
zullen complotteren
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou complotteren
I would do
zou complotteren
you would do
zou complotteren
he/she/it would do
zouden complotteren
we would do
zouden complotteren
you all would do
zouden complotteren
they would do
Subjunctive mood
complottere
I do
complottere
you do
complottere
he/she/it do
complottere
we do
complottere
you all do
complottere
they do
Past perfect tense
had gecomplotteerd
I had done
had gecomplotteerd
you had done
had gecomplotteerd
he/she/it had done
hadden gecomplotteerd
we had done
hadden gecomplotteerd
you all had done
hadden gecomplotteerd
they had done
Future perf.
zal gecomplotteerd hebben
I will have done
zal gecomplotteerd hebben
you will have done
zal gecomplotteerd hebben
he/she/it will have done
zullen gecomplotteerd hebben
we will have done
zullen gecomplotteerd hebben
you all will have done
zullen gecomplotteerd hebben
they will have done
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gecomplotteerd hebben
I would have done
zou gecomplotteerd hebben
you would have done
zou gecomplotteerd hebben
he/she/it would have done
zouden gecomplotteerd hebben
we would have done
zouden gecomplotteerd hebben
you all would have done
zouden gecomplotteerd hebben
they would have done
Du
Ihr
Imperative mood
complotteer
do
complotteert
do

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

chaperonneren
chaperon
chromeren
choreograph
compenseren
compensate
completeren
complement
compliceren
complicate
complimenteren
complicate
componeren
do
confirmeren
confirm
congresseren
do
conserveren
preserve

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.
Learning languages?