Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Communautariseren (to do) conjugation

Dutch
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
communautariseer
communautariseert
communautariseert
communautariseren
communautariseren
communautariseren
Present perfect tense
heb gecommunautariseerd
hebt gecommunautariseerd
heeft gecommunautariseerd
hebben gecommunautariseerd
hebben gecommunautariseerd
hebben gecommunautariseerd
Past tense
communautariseerde
communautariseerde
communautariseerde
communautariseerden
communautariseerden
communautariseerden
Future tense
zal communautariseren
zult communautariseren
zal communautariseren
zullen communautariseren
zullen communautariseren
zullen communautariseren
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou communautariseren
zou communautariseren
zou communautariseren
zouden communautariseren
zouden communautariseren
zouden communautariseren
Subjunctive mood
communautarisere
communautarisere
communautarisere
communautarisere
communautarisere
communautarisere
Past perfect tense
had gecommunautariseerd
had gecommunautariseerd
had gecommunautariseerd
hadden gecommunautariseerd
hadden gecommunautariseerd
hadden gecommunautariseerd
Future perf.
zal gecommunautariseerd hebben
zal gecommunautariseerd hebben
zal gecommunautariseerd hebben
zullen gecommunautariseerd hebben
zullen gecommunautariseerd hebben
zullen gecommunautariseerd hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gecommunautariseerd hebben
zou gecommunautariseerd hebben
zou gecommunautariseerd hebben
zouden gecommunautariseerd hebben
zouden gecommunautariseerd hebben
zouden gecommunautariseerd hebben
Du
Ihr
Imperative mood
communautariseer
communautariseert

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.