Cooljugator Logo Get a Dutch Tutor

co-existeren

to coexist

Looking for learning resources? Study with our courses! Get a full course →

Conjugation of co-existeren

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
co-existeer
I coexist
co-existeert
you coexist
co-existeert
he/she/it coexists
co-existeren
we coexist
co-existeren
you all coexist
co-existeren
they coexist
Present perfect tense
heb geco-existeerd
I have coexisted
hebt geco-existeerd
you have coexisted
heeft geco-existeerd
he/she/it has coexisted
hebben geco-existeerd
we have coexisted
hebben geco-existeerd
you all have coexisted
hebben geco-existeerd
they have coexisted
Past tense
co-existeerde
I coexisted
co-existeerde
you coexisted
co-existeerde
he/she/it coexisted
co-existeerden
we coexisted
co-existeerden
you all coexisted
co-existeerden
they coexisted
Future tense
zal co-existeren
I will coexist
zult co-existeren
you will coexist
zal co-existeren
he/she/it will coexist
zullen co-existeren
we will coexist
zullen co-existeren
you all will coexist
zullen co-existeren
they will coexist
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou co-existeren
I would coexist
zou co-existeren
you would coexist
zou co-existeren
he/she/it would coexist
zouden co-existeren
we would coexist
zouden co-existeren
you all would coexist
zouden co-existeren
they would coexist
Subjunctive mood
co-existere
I coexist
co-existere
you coexist
co-existere
he/she/it coexist
co-existere
we coexist
co-existere
you all coexist
co-existere
they coexist
Past perfect tense
had geco-existeerd
I had coexisted
had geco-existeerd
you had coexisted
had geco-existeerd
he/she/it had coexisted
hadden geco-existeerd
we had coexisted
hadden geco-existeerd
you all had coexisted
hadden geco-existeerd
they had coexisted
Future perf.
zal geco-existeerd hebben
I will have coexisted
zal geco-existeerd hebben
you will have coexisted
zal geco-existeerd hebben
he/she/it will have coexisted
zullen geco-existeerd hebben
we will have coexisted
zullen geco-existeerd hebben
you all will have coexisted
zullen geco-existeerd hebben
they will have coexisted
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou geco-existeerd hebben
I would have coexisted
zou geco-existeerd hebben
you would have coexisted
zou geco-existeerd hebben
he/she/it would have coexisted
zouden geco-existeerd hebben
we would have coexisted
zouden geco-existeerd hebben
you all would have coexisted
zouden geco-existeerd hebben
they would have coexisted
Du
Ihr
Imperative mood
co-existeer
coexist
co-existeert
coexist

Examples of co-existeren

Mijn leven lang... probeer ik de perfecte schoonheid en balans te vinden... tussen wetenschap en spiritualiteit. Als ze niet alleen co-existeren, vullen ze elkaar aan.

All my life I have attempted to find just that perfect point of beauty and balance between science and spirituality, where they not only coexist, they complete each other.

Further details about this page

LOCATION