Clausuleren (to do) conjugation

Dutch

Conjugation of clausuleren

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
clausuleer
I do
clausuleert
you do
clausuleert
he/she/it does
clausuleren
we do
clausuleren
you all do
clausuleren
they do
Present perfect tense
heb geclausuleerd
I have done
hebt geclausuleerd
you have done
heeft geclausuleerd
he/she/it has done
hebben geclausuleerd
we have done
hebben geclausuleerd
you all have done
hebben geclausuleerd
they have done
Past tense
clausuleerde
I did
clausuleerde
you did
clausuleerde
he/she/it did
clausuleerden
we did
clausuleerden
you all did
clausuleerden
they did
Future tense
zal clausuleren
I will do
zult clausuleren
you will do
zal clausuleren
he/she/it will do
zullen clausuleren
we will do
zullen clausuleren
you all will do
zullen clausuleren
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou clausuleren
I would do
zou clausuleren
you would do
zou clausuleren
he/she/it would do
zouden clausuleren
we would do
zouden clausuleren
you all would do
zouden clausuleren
they would do
Subjunctive mood
clausulere
I do
clausulere
you do
clausulere
he/she/it do
clausulere
we do
clausulere
you all do
clausulere
they do
Past perfect tense
had geclausuleerd
I had done
had geclausuleerd
you had done
had geclausuleerd
he/she/it had done
hadden geclausuleerd
we had done
hadden geclausuleerd
you all had done
hadden geclausuleerd
they had done
Future perf.
zal geclausuleerd hebben
I will have done
zal geclausuleerd hebben
you will have done
zal geclausuleerd hebben
he/she/it will have done
zullen geclausuleerd hebben
we will have done
zullen geclausuleerd hebben
you all will have done
zullen geclausuleerd hebben
they will have done
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou geclausuleerd hebben
I would have done
zou geclausuleerd hebben
you would have done
zou geclausuleerd hebben
he/she/it would have done
zouden geclausuleerd hebben
we would have done
zouden geclausuleerd hebben
you all would have done
zouden geclausuleerd hebben
they would have done
Du
Ihr
Imperative mood
clausuleer
do
clausuleert
do

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.
Learning languages?