Chaperonneren (to chaperon) conjugation

Dutch
6 examples

Conjugation of chaperonneren

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
chaperonneer
I chaperon
chaperonneert
you chaperon
chaperonneert
he/she/it chaperons
chaperonneren
we chaperon
chaperonneren
you all chaperon
chaperonneren
they chaperon
Present perfect tense
heb gechaperonneerd
I have chaperoned
hebt gechaperonneerd
you have chaperoned
heeft gechaperonneerd
he/she/it has chaperoned
hebben gechaperonneerd
we have chaperoned
hebben gechaperonneerd
you all have chaperoned
hebben gechaperonneerd
they have chaperoned
Past tense
chaperonneerde
I chaperoned
chaperonneerde
you chaperoned
chaperonneerde
he/she/it chaperoned
chaperonneerden
we chaperoned
chaperonneerden
you all chaperoned
chaperonneerden
they chaperoned
Future tense
zal chaperonneren
I will chaperon
zult chaperonneren
you will chaperon
zal chaperonneren
he/she/it will chaperon
zullen chaperonneren
we will chaperon
zullen chaperonneren
you all will chaperon
zullen chaperonneren
they will chaperon
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou chaperonneren
I would chaperon
zou chaperonneren
you would chaperon
zou chaperonneren
he/she/it would chaperon
zouden chaperonneren
we would chaperon
zouden chaperonneren
you all would chaperon
zouden chaperonneren
they would chaperon
Subjunctive mood
chaperonnere
I chaperon
chaperonnere
you chaperon
chaperonnere
he/she/it chaperon
chaperonnere
we chaperon
chaperonnere
you all chaperon
chaperonnere
they chaperon
Past perfect tense
had gechaperonneerd
I had chaperoned
had gechaperonneerd
you had chaperoned
had gechaperonneerd
he/she/it had chaperoned
hadden gechaperonneerd
we had chaperoned
hadden gechaperonneerd
you all had chaperoned
hadden gechaperonneerd
they had chaperoned
Future perf.
zal gechaperonneerd hebben
I will have chaperoned
zal gechaperonneerd hebben
you will have chaperoned
zal gechaperonneerd hebben
he/she/it will have chaperoned
zullen gechaperonneerd hebben
we will have chaperoned
zullen gechaperonneerd hebben
you all will have chaperoned
zullen gechaperonneerd hebben
they will have chaperoned
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gechaperonneerd hebben
I would have chaperoned
zou gechaperonneerd hebben
you would have chaperoned
zou gechaperonneerd hebben
he/she/it would have chaperoned
zouden gechaperonneerd hebben
we would have chaperoned
zouden gechaperonneerd hebben
you all would have chaperoned
zouden gechaperonneerd hebben
they would have chaperoned
Du
Ihr
Imperative mood
chaperonneer
chaperon
chaperonneert
chaperon

Examples of chaperonneren

Example in DutchTranslation in English
- Het is chaperonneren.- It is chaperoning.
- Ik zal vanavond een feestje chaperonneren voor Bay en haar vrienden van school.- So I'm chaperoning a party tonight for Bay and her friend from school.
Jij moet haar chaperonneren.I just need you to chaperone her.
Niet te geloven dat ik officieel oud genoeg ben om te chaperonneren.I can't believe I am officially old enough to chaperone.
We hebben allebei een date. en indien je zelfs denkt aan chaperonneren,We both have dates. And if you even think of chaperoning,
Niemand chaperonneert de chaperonne.Nobody chaperones the chaperone.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

bijzetten
pull out
brevetteren
certify
brocheren
stitch
carboniseren
carbonize
chanteren
blackmail
chargeren
attack
cirkelen
circle
civiliseren
civilize
collecteren
collect
colporteren
peddle

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'chaperon':

None found.
Learning languages?