Centreren (to centre) conjugation

Dutch
4 examples

Conjugation of centreren

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
centreer
I centre
centreert
you centre
centreert
he/she/it centres
centreren
we centre
centreren
you all centre
centreren
they centre
Present perfect tense
heb gecentreerd
I have centred
hebt gecentreerd
you have centred
heeft gecentreerd
he/she/it has centred
hebben gecentreerd
we have centred
hebben gecentreerd
you all have centred
hebben gecentreerd
they have centred
Past tense
centreerde
I centred
centreerde
you centred
centreerde
he/she/it centred
centreerden
we centred
centreerden
you all centred
centreerden
they centred
Future tense
zal centreren
I will centre
zult centreren
you will centre
zal centreren
he/she/it will centre
zullen centreren
we will centre
zullen centreren
you all will centre
zullen centreren
they will centre
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou centreren
I would centre
zou centreren
you would centre
zou centreren
he/she/it would centre
zouden centreren
we would centre
zouden centreren
you all would centre
zouden centreren
they would centre
Subjunctive mood
centrere
I centre
centrere
you centre
centrere
he/she/it centre
centrere
we centre
centrere
you all centre
centrere
they centre
Past perfect tense
had gecentreerd
I had centred
had gecentreerd
you had centred
had gecentreerd
he/she/it had centred
hadden gecentreerd
we had centred
hadden gecentreerd
you all had centred
hadden gecentreerd
they had centred
Future perf.
zal gecentreerd hebben
I will have centred
zal gecentreerd hebben
you will have centred
zal gecentreerd hebben
he/she/it will have centred
zullen gecentreerd hebben
we will have centred
zullen gecentreerd hebben
you all will have centred
zullen gecentreerd hebben
they will have centred
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gecentreerd hebben
I would have centred
zou gecentreerd hebben
you would have centred
zou gecentreerd hebben
he/she/it would have centred
zouden gecentreerd hebben
we would have centred
zouden gecentreerd hebben
you all would have centred
zouden gecentreerd hebben
they would have centred
Du
Ihr
Imperative mood
centreer
centre
centreert
centre

Examples of centreren

Example in DutchTranslation in English
Bij snowboarden, gewicht centreren.In snowboarding, weight centred. OK.
Je moet het centreren.You must centre. Let me show you.
Maar je moet wel gecentreerd zijn om dit te doen, begrijp je?But you gotta be centred to do this stuff, you know?
Zelf-gecentreerd, doelbewuste overlevenden.Self-centred, single-minded survivors.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

castreren
castrate

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'centre':

None found.
Learning languages?