Cauteriseren (to cauterize) conjugation

Dutch
5 examples

Conjugation of cauteriseren

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
cauteriseer
I cauterize
cauteriseert
you cauterize
cauteriseert
he/she/it cauterizes
cauteriseren
we cauterize
cauteriseren
you all cauterize
cauteriseren
they cauterize
Present perfect tense
heb gecauteriseerd
I have cauterized
hebt gecauteriseerd
you have cauterized
heeft gecauteriseerd
he/she/it has cauterized
hebben gecauteriseerd
we have cauterized
hebben gecauteriseerd
you all have cauterized
hebben gecauteriseerd
they have cauterized
Past tense
cauteriseerde
I cauterized
cauteriseerde
you cauterized
cauteriseerde
he/she/it cauterized
cauteriseerden
we cauterized
cauteriseerden
you all cauterized
cauteriseerden
they cauterized
Future tense
zal cauteriseren
I will cauterize
zult cauteriseren
you will cauterize
zal cauteriseren
he/she/it will cauterize
zullen cauteriseren
we will cauterize
zullen cauteriseren
you all will cauterize
zullen cauteriseren
they will cauterize
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou cauteriseren
I would cauterize
zou cauteriseren
you would cauterize
zou cauteriseren
he/she/it would cauterize
zouden cauteriseren
we would cauterize
zouden cauteriseren
you all would cauterize
zouden cauteriseren
they would cauterize
Subjunctive mood
cauterisere
I cauterize
cauterisere
you cauterize
cauterisere
he/she/it cauterize
cauterisere
we cauterize
cauterisere
you all cauterize
cauterisere
they cauterize
Past perfect tense
had gecauteriseerd
I had cauterized
had gecauteriseerd
you had cauterized
had gecauteriseerd
he/she/it had cauterized
hadden gecauteriseerd
we had cauterized
hadden gecauteriseerd
you all had cauterized
hadden gecauteriseerd
they had cauterized
Future perf.
zal gecauteriseerd hebben
I will have cauterized
zal gecauteriseerd hebben
you will have cauterized
zal gecauteriseerd hebben
he/she/it will have cauterized
zullen gecauteriseerd hebben
we will have cauterized
zullen gecauteriseerd hebben
you all will have cauterized
zullen gecauteriseerd hebben
they will have cauterized
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gecauteriseerd hebben
I would have cauterized
zou gecauteriseerd hebben
you would have cauterized
zou gecauteriseerd hebben
he/she/it would have cauterized
zouden gecauteriseerd hebben
we would have cauterized
zouden gecauteriseerd hebben
you all would have cauterized
zouden gecauteriseerd hebben
they would have cauterized
Du
Ihr
Imperative mood
cauteriseer
cauterize
cauteriseert
cauterize

Examples of cauteriseren

Example in DutchTranslation in English
Bertie, cauteriseren.Bertie, cauterize.
Dr. Chickering zal nu de voorwand cauteriseren.Dr. Chickering will now cauterize the anterior wall.
Dr. Chickering zal nu het eind van de slang cauteriseren.Dr. Chickering will now cauterize the end of the duct.
Ik kom m'n verdriet verdrinken en m'n lever cauteriseren.I came here to drown my sorrows and cauterize my liver.
Ik moet 't cauteriseren tegen het bloeden.l'm gonna cauterize this to stop the bleeding.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

bostonnen
do
brocheren
stitch
browsen
do
bukken
stoop
bundelen
do
burlen
bell
cadanceren
do
catalogiseren
catalogue
causeren
do
cc'en
do

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'cauterize':

None found.
Learning languages?