Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Buikschuiven (to belly slide) conjugation

Dutch

Conjugation of buikschuiven

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
schuif buik
I belly slide
schuift buik
you belly slide
schuift buik
he/she/it bellies slide
schuiven buik
we belly slide
schuiven buik
you all belly slide
schuiven buik
they belly slide
Present perfect tense
heb buikgeschoven
I have bellied slide
hebt buikgeschoven
you have bellied slide
heeft buikgeschoven
he/she/it has bellied slide
hebben buikgeschoven
we have bellied slide
hebben buikgeschoven
you all have bellied slide
hebben buikgeschoven
they have bellied slide
Past tense
schoof buik
I bellied slide
schoof buik
you bellied slide
schoof buik
he/she/it bellied slide
schoven buik
we bellied slide
schoven buik
you all bellied slide
schoven buik
they bellied slide
Future tense
zal buikschuiven
I will belly slide
zult buikschuiven
you will belly slide
zal buikschuiven
he/she/it will belly slide
zullen buikschuiven
we will belly slide
zullen buikschuiven
you all will belly slide
zullen buikschuiven
they will belly slide
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou buikschuiven
I would belly slide
zou buikschuiven
you would belly slide
zou buikschuiven
he/she/it would belly slide
zouden buikschuiven
we would belly slide
zouden buikschuiven
you all would belly slide
zouden buikschuiven
they would belly slide
Subjunctive mood
schuive buik
I belly slide
schuive buik
you belly slide
schuive buik
he/she/it belly slide
schuive buik
we belly slide
schuive buik
you all belly slide
schuive buik
they belly slide
Past perfect tense
had buikgeschoven
I had bellied slide
had buikgeschoven
you had bellied slide
had buikgeschoven
he/she/it had bellied slide
hadden buikgeschoven
we had bellied slide
hadden buikgeschoven
you all had bellied slide
hadden buikgeschoven
they had bellied slide
Future perf.
zal buikgeschoven hebben
I will have bellied slide
zal buikgeschoven hebben
you will have bellied slide
zal buikgeschoven hebben
he/she/it will have bellied slide
zullen buikgeschoven hebben
we will have bellied slide
zullen buikgeschoven hebben
you all will have bellied slide
zullen buikgeschoven hebben
they will have bellied slide
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou buikgeschoven hebben
I would have bellied slide
zou buikgeschoven hebben
you would have bellied slide
zou buikgeschoven hebben
he/she/it would have bellied slide
zouden buikgeschoven hebben
we would have bellied slide
zouden buikgeschoven hebben
you all would have bellied slide
zouden buikgeschoven hebben
they would have bellied slide
Present bijzin tense
buikschuif
I belly slide
buikschuift
you belly slide
buikschuift
he/she/it bellies slide
buikschuiven
we belly slide
buikschuiven
you all belly slide
buikschuiven
they belly slide
Past bijzin tense
buikschoof
I bellied slide
buikschoof
you bellied slide
buikschoof
he/she/it bellied slide
buikschoven
we bellied slide
buikschoven
you all bellied slide
buikschoven
they bellied slide
Future bijzin tense
zal buikschuiven
I will belly slide
zult buikschuiven
you will belly slide
zal buikschuiven
he/she/it will belly slide
zullen buikschuiven
we will belly slide
zullen buikschuiven
you all will belly slide
zullen buikschuiven
they will belly slide
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou buikschuiven
I would belly slide
zou buikschuiven
you would belly slide
zou buikschuiven
he/she/it would belly slide
zouden buikschuiven
we would belly slide
zouden buikschuiven
you all would belly slide
zouden buikschuiven
they would belly slide
Subjunctive bijzin mood
buikschuive
I belly slide
buikschuive
you belly slide
buikschuive
he/she/it belly slide
buikschuive
we belly slide
buikschuive
you all belly slide
buikschuive
they belly slide
Du
Ihr
Imperative mood
schuif buik
belly slide
schuift buik
belly slide

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

borduren
embroider
bouten
do
broeien
incubate
brokken
do
bruuskeren
brush off
buigen
bend
builen
do
buurten
do
capituleren
capitulate
carboniseren
carbonize

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'belly slide':

None found.