Cooljugator Logo Get a Dutch Tutor

breeuwen

to caulk

Need help with breeuwen or Dutch? Get a professional tutor! Find a tutor →
Wanna learn by yourself instead? Study with our courses! Get a full course →

Conjugation of breeuwen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
breeuw
breeuwt
breeuwt
breeuwen
breeuwen
breeuwen
Present perfect tense
heb gebreeuwd
hebt gebreeuwd
heeft gebreeuwd
hebben gebreeuwd
hebben gebreeuwd
hebben gebreeuwd
Past tense
breeuwde
breeuwde
breeuwde
breeuwden
breeuwden
breeuwden
Future tense
zal breeuwen
zult breeuwen
zal breeuwen
zullen breeuwen
zullen breeuwen
zullen breeuwen
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou breeuwen
zou breeuwen
zou breeuwen
zouden breeuwen
zouden breeuwen
zouden breeuwen
Subjunctive mood
breeuwe
breeuwe
breeuwe
breeuwe
breeuwe
breeuwe
Past perfect tense
had gebreeuwd
had gebreeuwd
had gebreeuwd
hadden gebreeuwd
hadden gebreeuwd
hadden gebreeuwd
Future perf.
zal gebreeuwd hebben
zal gebreeuwd hebben
zal gebreeuwd hebben
zullen gebreeuwd hebben
zullen gebreeuwd hebben
zullen gebreeuwd hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gebreeuwd hebben
zou gebreeuwd hebben
zou gebreeuwd hebben
zouden gebreeuwd hebben
zouden gebreeuwd hebben
zouden gebreeuwd hebben
Du
Ihr
Imperative mood
breeuw
breeuwt
Practice these conjugations with a Dutch tutor - first lesson 50% off!

If you have questions about the conjugation of breeuwen or Dutch in general, you can practice and get feedback from a professional tutor.

Examples of breeuwen

Als mijn gewrichten weer meewerken, zal ik hem eens goed breeuwen.

First day my joints is limbering' up, I'll go and give her a good caulkin'.

Carruthers wordt inspecteren het breeuwen vandaag.

Carruthers is inspecting the caulking today.

U zou 'm moeten breeuwen nu ie zo scheef ligt.

Beggin' your pardon, Squire. You should caulk her while she's heeled over.

Further details about this page

LOCATION