Brandmerken (to brand) conjugation

Dutch
30 examples

Conjugation of brandmerken

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
brandmerk
I brand
brandmerkt
you brand
brandmerkt
he/she/it brands
brandmerken
we brand
brandmerken
you all brand
brandmerken
they brand
Present perfect tense
heb gebrandmerkt
I have branded
hebt gebrandmerkt
you have branded
heeft gebrandmerkt
he/she/it has branded
hebben gebrandmerkt
we have branded
hebben gebrandmerkt
you all have branded
hebben gebrandmerkt
they have branded
Past tense
brandmerkte
I branded
brandmerkte
you branded
brandmerkte
he/she/it branded
brandmerkten
we branded
brandmerkten
you all branded
brandmerkten
they branded
Future tense
zal brandmerken
I will brand
zult brandmerken
you will brand
zal brandmerken
he/she/it will brand
zullen brandmerken
we will brand
zullen brandmerken
you all will brand
zullen brandmerken
they will brand
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou brandmerken
I would brand
zou brandmerken
you would brand
zou brandmerken
he/she/it would brand
zouden brandmerken
we would brand
zouden brandmerken
you all would brand
zouden brandmerken
they would brand
Subjunctive mood
brandmerke
I brand
brandmerke
you brand
brandmerke
he/she/it brand
brandmerke
we brand
brandmerke
you all brand
brandmerke
they brand
Past perfect tense
had gebrandmerkt
I had branded
had gebrandmerkt
you had branded
had gebrandmerkt
he/she/it had branded
hadden gebrandmerkt
we had branded
hadden gebrandmerkt
you all had branded
hadden gebrandmerkt
they had branded
Future perf.
zal gebrandmerkt hebben
I will have branded
zal gebrandmerkt hebben
you will have branded
zal gebrandmerkt hebben
he/she/it will have branded
zullen gebrandmerkt hebben
we will have branded
zullen gebrandmerkt hebben
you all will have branded
zullen gebrandmerkt hebben
they will have branded
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gebrandmerkt hebben
I would have branded
zou gebrandmerkt hebben
you would have branded
zou gebrandmerkt hebben
he/she/it would have branded
zouden gebrandmerkt hebben
we would have branded
zouden gebrandmerkt hebben
you all would have branded
zouden gebrandmerkt hebben
they would have branded
Du
Ihr
Imperative mood
brandmerk
brand
brandmerkt
brand

Examples of brandmerken

Example in DutchTranslation in English
- Ga je 'r brandmerken?Little Bit, you gonna put your brand on her?
5 keer met een sigaret dat is hoe ze de groentjes hier brandmerken een document van wie dit bij Maura Dillon deed?Five times with a cigarette-- that's how they brand the fresh meat in here. Any record who did this to Maura Dillon?
Als hij afdaalt van zijn troon om me te brandmerken, en voor me staat...He will come down off his throne to brand me with his seal,... ..and when he gets close enough...
Als je wordt opgesloten, geven ze je een nummer en brandmerken je als koninklijk vee.When you get sent down, they give you a number and brand you with Her Majesty's cattle prod.
Brown had me net zo goed kunnen brandmerken.FBI...? Rembrandt Brown might as well have put a stamp on my forehead-
- Het brandmerk, het bloed, de vampier.The brand, the blood, the vampire.
- Ik zie geen "M" op dat brandmerk.- I don't see any "M" on that brand.
- Maar toen zag je z'n brandmerk.But then you saw his brand.
-Net als een brandmerk.- That's a cow brand.
Als een brandmerk.Like the sign left by a brand.
De kerk ontvoerd vier leden van de Illuminati... En brandmerkt ze alle vier met het symbool van het kruis...The church kidnapped four Illuminati scientists and branded each one of them on the chest with the symbol of the cross.
De pooier brandmerkt z'n meisjes en ik kon de tatoeëerder vinden op 'n website van een tatoeagesalon.Uh, pimp brands his girls, and I was able to track the tattoo art to the Web site of the parlor that does it.
Dus hij brandmerkt ze, hij laat ze als hoer werken en hij vermoord ze.So he brands 'em, he pimps 'em, and kills 'em.
Hij brandmerkt hen zodat het merk weet zijn Czarina dood is.He's branding them so the mark knows his czarina is dead.
Iedereen redden van de onzichtbare hand, die ons brandmerkt met een bedienden badge.Saving everyone from the invisible hand, one that brands us with an employee badge.
'Detective Ripley is geprezen een held door zijn collega's na 'Hij werd neergeschoten point blank in de borst door vigilante Thomas Marwood 'Die is gebrandmerkt een lafaard ...''Detective Ripley has been hailed a hero by his colleagues after 'he was shot point blank in the chest by vigilante Thomas Marwood 'who has been branded a coward...'
- Als je gebonden bent, dan ben je gebrandmerkt.If you're braided, you're branded. Mm.
Alle lichamen van de slachtoffers hadden deze symbolen... gebrandmerkt op hun lichaam... Pascua Negra.All of the victims' bodies also had these symbols... branded on them-- Pascua Negra.
Als het gerucht klopte, zou ze ook gebrandmerkt en achtergelaten worden omdat haar vrienden een andere levensrichting opgingen. Zoals bij mij.If the rumors were true, she was about to be branded and left behind as her friends moved in a different life direction, like me.
Als ik word gebrandmerkt kan ik niet op een joods kerkhof worden begraven...Dude, I can't get branded. I'm gonna like not be able to get buried in a Jewish cemetery or...
- Je brandmerkte een prostituee.You branded a prostitute. Remember?
De Puriteinse hypocrieten die mijn vriend brandmerkte, mijn liefde wegjaagde... en mij dwong het enige waar ik om gaf op te geven.Puritan hypocrites who branded my friend, drove away my love, and forced me to give up the only joy I had left!
De gevangenis brandmerkte Crowes hand met de 'M' van moordenaar.The prison branded Crowe's hand with an "M" for murderer.
Dus laten we haar uit dat ziekenhuis lopen en teruggaan naar de man die haar brandmerkte?So we let her walk out of that hospital and back to the guy who branded her?
Hij brandmerkte haar.He branded her.
De zwartgeklede hypocrieten die onze vrienden brandmerkten... onze liefde verboden en onze dromen vermorzelde.The black-cloaked hypocrites who branded our friends, forbade our love, crushed all our hopes and dreams.
Op zijn borst brandmerkten ze een pentagram.A pentacle was branded on his chest.
Ver weg van de naam Spartacus waar ze je mee brandmerkten.Far from the name Spartacus they have branded you with.
Ze brandmerkten me en vertrokken weer.- They just branded me and left.
Zij brandmerkten ons.They branded us.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

blaaskaken
do
blinken
shine
boeten
do penance
bolsteren
do
bomen
chat
branden
burn
brandschatten
brand
brengen
bring
brommen
hum
bruinen
bronze

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'brand':

None found.
Learning languages?