Blaaskaken (to do) conjugation

Dutch
10 examples

Conjugation of blaaskaken

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
blaaskaak
I do
blaaskaakt
you do
blaaskaakt
he/she/it does
blaaskaken
we do
blaaskaken
you all do
blaaskaken
they do
Present perfect tense
heb geblaaskaakt
I have done
hebt geblaaskaakt
you have done
heeft geblaaskaakt
he/she/it has done
hebben geblaaskaakt
we have done
hebben geblaaskaakt
you all have done
hebben geblaaskaakt
they have done
Past tense
blaaskaakte
I did
blaaskaakte
you did
blaaskaakte
he/she/it did
blaaskaakten
we did
blaaskaakten
you all did
blaaskaakten
they did
Future tense
zal blaaskaken
I will do
zult blaaskaken
you will do
zal blaaskaken
he/she/it will do
zullen blaaskaken
we will do
zullen blaaskaken
you all will do
zullen blaaskaken
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou blaaskaken
I would do
zou blaaskaken
you would do
zou blaaskaken
he/she/it would do
zouden blaaskaken
we would do
zouden blaaskaken
you all would do
zouden blaaskaken
they would do
Subjunctive mood
blaaskake
I do
blaaskake
you do
blaaskake
he/she/it do
blaaskake
we do
blaaskake
you all do
blaaskake
they do
Past perfect tense
had geblaaskaakt
I had done
had geblaaskaakt
you had done
had geblaaskaakt
he/she/it had done
hadden geblaaskaakt
we had done
hadden geblaaskaakt
you all had done
hadden geblaaskaakt
they had done
Future perf.
zal geblaaskaakt hebben
I will have done
zal geblaaskaakt hebben
you will have done
zal geblaaskaakt hebben
he/she/it will have done
zullen geblaaskaakt hebben
we will have done
zullen geblaaskaakt hebben
you all will have done
zullen geblaaskaakt hebben
they will have done
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou geblaaskaakt hebben
I would have done
zou geblaaskaakt hebben
you would have done
zou geblaaskaakt hebben
he/she/it would have done
zouden geblaaskaakt hebben
we would have done
zouden geblaaskaakt hebben
you all would have done
zouden geblaaskaakt hebben
they would have done
Du
Ihr
Imperative mood
blaaskaak
do
blaaskaakt
do

Examples of blaaskaken

Example in DutchTranslation in English
- Ik hou niet van zwarte blaaskaken.- Because l don't like uppity coons.
Ik hoef geen intellectuele blaaskaken als jij.I don't need an intellectual loudmouth like yourself.
Terwijl jullie sukkels allemaal $10 per maand meer krijgen aan gevechts-geld zitten jullie vrouwen, en geliefden, opgescheept met blaaskaken en deserteurs.While you suckers are getting all of $10 a month extra for combat pay your wives, your sweethearts, are shacking up with draft dodgers and deserters.
Weet je wat ik met die blaaskaken ga doen?You know what I'm gonna do - to those guys? - What?
het Commando praat niet met blaaskaken zoals wij- je moet tussen de regels door lezen.Command doesnt talk to grunts like us- you gotta read between the lines.
- Daarom ga jij er niet heen, blaaskaak.That's why you don't go there.
- Een grote blaaskaak.Stop it! I don't want the keys back.
- Maak je geen zorgen... hij is 'n blaaskaak.- Right, well, I'll take these out. Don't you, don't you worry. He's a...a puffed-up pigeon.
Bij Arcadia... Die blaaskaak beweerde dat hij 't gerecycleerd papier had uitgevonden. Alsof ik me al die jaren voor niks had uitgesloofd bij Kamer Papers.He boasted of their new recycled paper, nothing I hadn't done years ago, before I was dumped by Kamer Papers!
Dat is die blaaskaak die ons heeft afgesneden.- Aye. That's that douche bag that cut us off.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.
Learning languages?