Bivakkeren (to bivouac) conjugation

Dutch
7 examples

Conjugation of bivakkeren

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
bivakkeer
I bivouac
bivakkeert
you bivouac
bivakkeert
he/she/it bivouacs
bivakkeren
we bivouac
bivakkeren
you all bivouac
bivakkeren
they bivouac
Present perfect tense
heb gebivakkeerd
I have bivouacked
hebt gebivakkeerd
you have bivouacked
heeft gebivakkeerd
he/she/it has bivouacked
hebben gebivakkeerd
we have bivouacked
hebben gebivakkeerd
you all have bivouacked
hebben gebivakkeerd
they have bivouacked
Past tense
bivakkeerde
I bivouacked
bivakkeerde
you bivouacked
bivakkeerde
he/she/it bivouacked
bivakkeerden
we bivouacked
bivakkeerden
you all bivouacked
bivakkeerden
they bivouacked
Future tense
zal bivakkeren
I will bivouac
zult bivakkeren
you will bivouac
zal bivakkeren
he/she/it will bivouac
zullen bivakkeren
we will bivouac
zullen bivakkeren
you all will bivouac
zullen bivakkeren
they will bivouac
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou bivakkeren
I would bivouac
zou bivakkeren
you would bivouac
zou bivakkeren
he/she/it would bivouac
zouden bivakkeren
we would bivouac
zouden bivakkeren
you all would bivouac
zouden bivakkeren
they would bivouac
Subjunctive mood
bivakkere
I bivouac
bivakkere
you bivouac
bivakkere
he/she/it bivouac
bivakkere
we bivouac
bivakkere
you all bivouac
bivakkere
they bivouac
Past perfect tense
had gebivakkeerd
I had bivouacked
had gebivakkeerd
you had bivouacked
had gebivakkeerd
he/she/it had bivouacked
hadden gebivakkeerd
we had bivouacked
hadden gebivakkeerd
you all had bivouacked
hadden gebivakkeerd
they had bivouacked
Future perf.
zal gebivakkeerd hebben
I will have bivouacked
zal gebivakkeerd hebben
you will have bivouacked
zal gebivakkeerd hebben
he/she/it will have bivouacked
zullen gebivakkeerd hebben
we will have bivouacked
zullen gebivakkeerd hebben
you all will have bivouacked
zullen gebivakkeerd hebben
they will have bivouacked
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gebivakkeerd hebben
I would have bivouacked
zou gebivakkeerd hebben
you would have bivouacked
zou gebivakkeerd hebben
he/she/it would have bivouacked
zouden gebivakkeerd hebben
we would have bivouacked
zouden gebivakkeerd hebben
you all would have bivouacked
zouden gebivakkeerd hebben
they would have bivouacked
Du
Ihr
Imperative mood
bivakkeer
bivouac
bivakkeert
bivouac

Examples of bivakkeren

Example in DutchTranslation in English
Accepteer mijn aanbod met een redelijke marktprijs, of... geef het over aan de Amerikaanse cavalerie... die er zullen bivakkeren tot er permanente barakken op worden gebouwd.Accept my offer of fair market value or surrender it to the U.S. Cavalry, who will bivouac there until permanent barracks can be constructed.
Als we niets zien hebben we tenminste een plek om vanavond te bivakkeren die te verdedigen is.If we can't see anything at least we've got a defensible bivouac for the night. All right.
Generaal Houston, mogen de soldaten bivakkeren ?General Houston, may l order the men to bivouac?
Ik ga boven bivakkeren.I'm gonna bivouac in a crib upstairs.
Morgennamiddag bivakkeren we aan Range 28.We're bivouacking at Range 28 tomorrow afternoon.
Het Collectief is gebivakkeerd dichtbij de Pallahas bergrug.The collective is bivouacked near Pallahas Ridge.
We bivakkeerden gistermiddag.We bivouacked yesterday afternoon.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'bivouac':

None found.
Learning languages?