Biologeren (to mesmerize) conjugation

Dutch
8 examples

Conjugation of biologeren

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
biologeer
I mesmerize
biologeert
you mesmerize
biologeert
he/she/it mesmerizes
biologeren
we mesmerize
biologeren
you all mesmerize
biologeren
they mesmerize
Present perfect tense
heb gebiologeerd
I have mesmerized
hebt gebiologeerd
you have mesmerized
heeft gebiologeerd
he/she/it has mesmerized
hebben gebiologeerd
we have mesmerized
hebben gebiologeerd
you all have mesmerized
hebben gebiologeerd
they have mesmerized
Past tense
biologeerde
I mesmerized
biologeerde
you mesmerized
biologeerde
he/she/it mesmerized
biologeerden
we mesmerized
biologeerden
you all mesmerized
biologeerden
they mesmerized
Future tense
zal biologeren
I will mesmerize
zult biologeren
you will mesmerize
zal biologeren
he/she/it will mesmerize
zullen biologeren
we will mesmerize
zullen biologeren
you all will mesmerize
zullen biologeren
they will mesmerize
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou biologeren
I would mesmerize
zou biologeren
you would mesmerize
zou biologeren
he/she/it would mesmerize
zouden biologeren
we would mesmerize
zouden biologeren
you all would mesmerize
zouden biologeren
they would mesmerize
Subjunctive mood
biologere
I mesmerize
biologere
you mesmerize
biologere
he/she/it mesmerize
biologere
we mesmerize
biologere
you all mesmerize
biologere
they mesmerize
Past perfect tense
had gebiologeerd
I had mesmerized
had gebiologeerd
you had mesmerized
had gebiologeerd
he/she/it had mesmerized
hadden gebiologeerd
we had mesmerized
hadden gebiologeerd
you all had mesmerized
hadden gebiologeerd
they had mesmerized
Future perf.
zal gebiologeerd hebben
I will have mesmerized
zal gebiologeerd hebben
you will have mesmerized
zal gebiologeerd hebben
he/she/it will have mesmerized
zullen gebiologeerd hebben
we will have mesmerized
zullen gebiologeerd hebben
you all will have mesmerized
zullen gebiologeerd hebben
they will have mesmerized
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gebiologeerd hebben
I would have mesmerized
zou gebiologeerd hebben
you would have mesmerized
zou gebiologeerd hebben
he/she/it would have mesmerized
zouden gebiologeerd hebben
we would have mesmerized
zouden gebiologeerd hebben
you all would have mesmerized
zouden gebiologeerd hebben
they would have mesmerized
Du
Ihr
Imperative mood
biologeer
mesmerize
biologeert
mesmerize

Examples of biologeren

Example in DutchTranslation in English
Ik zag je biologeren... kijkend naar een bevroren burrito draaiend in een magnetron.I've seen you mesmerized watching a frozen burrito rotate in a microwave oven.
We biologeren ze, hypnotiseren ze.We mesmerize them, put them under our hypnotic spell.
- Ik was gebiologeerd en verveeld.- I was mesmerized. - And a little bored.
Bij football wedstrijden, zat ik hoog op de tribune en zag die meiden springen in hun rokjes, zag hoe alle spelers... nou eigenlijk iedereen, gebiologeerd was.Football games, I'd sit high up in those stands and watch those girls bouncing in their skirts, see how all the players ... well, everyone, really, was just mesmerized by them.
Hij is gebiologeerd,He's mesmerized over here, huh?
Ik kon het niet helpen, maar ben gebiologeerd door uw Indiaanse opperhoofd.I couldn't help but be mesmerized by your Indian chief.
Ik was gebiologeerd door uw schoonheid.I was mesmerized by your beauty.
Het biologerend hoe het licht op je gezicht speelt.It is mesmerizing, the way your face illuminates.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'mesmerize':

None found.
Learning languages?