Binnendoen (to in doing) conjugation

Dutch

Conjugation of binnendoen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
doe binnen
I in doing
doet binnen
you in doing
doet binnen
he/she/it ins doing
doen binnen
we in doing
doen binnen
you all in doing
doen binnen
they in doing
Present perfect tense
heb binnengedaan
I have inned doing
hebt binnengedaan
you have inned doing
heeft binnengedaan
he/she/it has inned doing
hebben binnengedaan
we have inned doing
hebben binnengedaan
you all have inned doing
hebben binnengedaan
they have inned doing
Past tense
deed binnen
I inned doing
deed binnen
you inned doing
deed binnen
he/she/it inned doing
deden binnen
we inned doing
deden binnen
you all inned doing
deden binnen
they inned doing
Future tense
zal binnendoen
I will in doing
zult binnendoen
you will in doing
zal binnendoen
he/she/it will in doing
zullen binnendoen
we will in doing
zullen binnendoen
you all will in doing
zullen binnendoen
they will in doing
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou binnendoen
I would in doing
zou binnendoen
you would in doing
zou binnendoen
he/she/it would in doing
zouden binnendoen
we would in doing
zouden binnendoen
you all would in doing
zouden binnendoen
they would in doing
Subjunctive mood
doe binnen
I in doing
doe binnen
you in doing
doe binnen
he/she/it in doing
doe binnen
we in doing
doe binnen
you all in doing
doe binnen
they in doing
Past perfect tense
had binnengedaan
I had inned doing
had binnengedaan
you had inned doing
had binnengedaan
he/she/it had inned doing
hadden binnengedaan
we had inned doing
hadden binnengedaan
you all had inned doing
hadden binnengedaan
they had inned doing
Future perf.
zal binnengedaan hebben
I will have inned doing
zal binnengedaan hebben
you will have inned doing
zal binnengedaan hebben
he/she/it will have inned doing
zullen binnengedaan hebben
we will have inned doing
zullen binnengedaan hebben
you all will have inned doing
zullen binnengedaan hebben
they will have inned doing
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou binnengedaan hebben
I would have inned doing
zou binnengedaan hebben
you would have inned doing
zou binnengedaan hebben
he/she/it would have inned doing
zouden binnengedaan hebben
we would have inned doing
zouden binnengedaan hebben
you all would have inned doing
zouden binnengedaan hebben
they would have inned doing
Present bijzin tense
binnendoe
I in doing
binnendoet
you in doing
binnendoet
he/she/it ins doing
binnendoen
we in doing
binnendoen
you all in doing
binnendoen
they in doing
Past bijzin tense
binnendeed
I inned doing
binnendeed
you inned doing
binnendeed
he/she/it inned doing
binnendeden
we inned doing
binnendeden
you all inned doing
binnendeden
they inned doing
Future bijzin tense
zal binnendoen
I will in doing
zult binnendoen
you will in doing
zal binnendoen
he/she/it will in doing
zullen binnendoen
we will in doing
zullen binnendoen
you all will in doing
zullen binnendoen
they will in doing
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou binnendoen
I would in doing
zou binnendoen
you would in doing
zou binnendoen
he/she/it would in doing
zouden binnendoen
we would in doing
zouden binnendoen
you all would in doing
zouden binnendoen
they would in doing
Subjunctive bijzin mood
binnendoe
I in doing
binnendoe
you in doing
binnendoe
he/she/it in doing
binnendoe
we in doing
binnendoe
you all in doing
binnendoe
they in doing
Du
Ihr
Imperative mood
doe binnen
in doing
doet binnen
in doing

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

bijeenleggen
meet place
bijknippen
moonlight
bijtanken
refuel
bijtreden
bite reason
binnenbreken
in breaking
binnenbrengen
pilot
binnendragen
do
binnenspelen
do
binnenstormen
plunge
bissen
retake

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'in doing':

None found.
Learning languages?