Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Binnendoen (to in doing) conjugation

Dutch
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
doe binnen
doet binnen
doet binnen
doen binnen
doen binnen
doen binnen
Present perfect tense
heb binnengedaan
hebt binnengedaan
heeft binnengedaan
hebben binnengedaan
hebben binnengedaan
hebben binnengedaan
Past tense
deed binnen
deed binnen
deed binnen
deden binnen
deden binnen
deden binnen
Future tense
zal binnendoen
zult binnendoen
zal binnendoen
zullen binnendoen
zullen binnendoen
zullen binnendoen
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou binnendoen
zou binnendoen
zou binnendoen
zouden binnendoen
zouden binnendoen
zouden binnendoen
Subjunctive mood
doe binnen
doe binnen
doe binnen
doe binnen
doe binnen
doe binnen
Past perfect tense
had binnengedaan
had binnengedaan
had binnengedaan
hadden binnengedaan
hadden binnengedaan
hadden binnengedaan
Future perf.
zal binnengedaan hebben
zal binnengedaan hebben
zal binnengedaan hebben
zullen binnengedaan hebben
zullen binnengedaan hebben
zullen binnengedaan hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou binnengedaan hebben
zou binnengedaan hebben
zou binnengedaan hebben
zouden binnengedaan hebben
zouden binnengedaan hebben
zouden binnengedaan hebben
Present bijzin tense
binnendoe
binnendoet
binnendoet
binnendoen
binnendoen
binnendoen
Past bijzin tense
binnendeed
binnendeed
binnendeed
binnendeden
binnendeden
binnendeden
Future bijzin tense
zal binnendoen
zult binnendoen
zal binnendoen
zullen binnendoen
zullen binnendoen
zullen binnendoen
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou binnendoen
zou binnendoen
zou binnendoen
zouden binnendoen
zouden binnendoen
zouden binnendoen
Subjunctive bijzin mood
binnendoe
binnendoe
binnendoe
binnendoe
binnendoe
binnendoe
Du
Ihr
Imperative mood
doe binnen
doet binnen

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

bijeenleggen
meet place
bijknippen
moonlight
bijtanken
refuel
bijtreden
bite reason
binnenbreken
in breaking
binnenbrengen
pilot
binnendragen
do
binnenspelen
do
binnenstormen
plunge
bissen
retake

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'in doing':

None found.