Bijtanken (to refuel) conjugation

Dutch
20 examples

Conjugation of bijtanken

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
tank bij
I refuel
tankt bij
you refuel
tankt bij
he/she/it refuels
tanken bij
we refuel
tanken bij
you all refuel
tanken bij
they refuel
Present perfect tense
heb bijgetankt
I have refueled
hebt bijgetankt
you have refueled
heeft bijgetankt
he/she/it has refueled
hebben bijgetankt
we have refueled
hebben bijgetankt
you all have refueled
hebben bijgetankt
they have refueled
Past tense
tankte bij
I refueled
tankte bij
you refueled
tankte bij
he/she/it refueled
tankten bij
we refueled
tankten bij
you all refueled
tankten bij
they refueled
Future tense
zal bijtanken
I will refuel
zult bijtanken
you will refuel
zal bijtanken
he/she/it will refuel
zullen bijtanken
we will refuel
zullen bijtanken
you all will refuel
zullen bijtanken
they will refuel
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou bijtanken
I would refuel
zou bijtanken
you would refuel
zou bijtanken
he/she/it would refuel
zouden bijtanken
we would refuel
zouden bijtanken
you all would refuel
zouden bijtanken
they would refuel
Subjunctive mood
tanke bij
I refuel
tanke bij
you refuel
tanke bij
he/she/it refuel
tanke bij
we refuel
tanke bij
you all refuel
tanke bij
they refuel
Past perfect tense
had bijgetankt
I had refueled
had bijgetankt
you had refueled
had bijgetankt
he/she/it had refueled
hadden bijgetankt
we had refueled
hadden bijgetankt
you all had refueled
hadden bijgetankt
they had refueled
Future perf.
zal bijgetankt hebben
I will have refueled
zal bijgetankt hebben
you will have refueled
zal bijgetankt hebben
he/she/it will have refueled
zullen bijgetankt hebben
we will have refueled
zullen bijgetankt hebben
you all will have refueled
zullen bijgetankt hebben
they will have refueled
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou bijgetankt hebben
I would have refueled
zou bijgetankt hebben
you would have refueled
zou bijgetankt hebben
he/she/it would have refueled
zouden bijgetankt hebben
we would have refueled
zouden bijgetankt hebben
you all would have refueled
zouden bijgetankt hebben
they would have refueled
Present bijzin tense
bijtank
I refuel
bijtankt
you refuel
bijtankt
he/she/it refuels
bijtanken
we refuel
bijtanken
you all refuel
bijtanken
they refuel
Past bijzin tense
bijtankte
I refueled
bijtankte
you refueled
bijtankte
he/she/it refueled
bijtankten
we refueled
bijtankten
you all refueled
bijtankten
they refueled
Future bijzin tense
zal bijtanken
I will refuel
zult bijtanken
you will refuel
zal bijtanken
he/she/it will refuel
zullen bijtanken
we will refuel
zullen bijtanken
you all will refuel
zullen bijtanken
they will refuel
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou bijtanken
I would refuel
zou bijtanken
you would refuel
zou bijtanken
he/she/it would refuel
zouden bijtanken
we would refuel
zouden bijtanken
you all would refuel
zouden bijtanken
they would refuel
Subjunctive bijzin mood
bijtanke
I refuel
bijtanke
you refuel
bijtanke
he/she/it refuel
bijtanke
we refuel
bijtanke
you all refuel
bijtanke
they refuel
Du
Ihr
Imperative mood
tank bij
refuel
tankt bij
refuel

Examples of bijtanken

Example in DutchTranslation in English
- De benzine auto's moesten al bijtanken.How we doing, chief? Gas cars had to refuel.
Aleen door hier te zijn zal ze waarschijnlijk bijtanken.She'll probably refuel just by being here.
Als Keith verder wil, moet hij bijtanken.So if Keith is planning to go any further, he'll have to stop to refuel.
Als je admiraal Kirk laat uitvaren en dan terugroept... kan hij niet bijtanken.And further, if you have Admiral Kirk set sail then recall his fleet for worsening weather, he can't refuel.
Als jullie gingen bijtanken na jullie opdracht, zou dat hier gebeuren.If you were gonna refuel after your op, this would be the place.
Ik ga terug en tank bij. Over.I'm gonna head back and refuel.
We stopten om de tank bij te vullen, en hij stortte gewoon in.We stopped to refuel and he just collapsed.
Ik dump brandstof, maar ze tanken bij.I tried. I dumped some fuel. Now they're gonna refuel us in midair.
We gaan die richting op, tanken bij, bevoorraden, en nemen een besluit.We head there, refuel, resupply, and then decide.
We kunnen tanken bij het oude Russische onderzoeksstation.OK, we think that we can refuel at the old Russian research space station.
We tanken bij voor fase twee. Het duurt niet lang.We just need to refuel for phase two, sir.
We tanken bij, of niet Jennifer ?We're just refueling a bit, right Jennifer?
De "Tsuroz" bijna bijgetankt.The Tsuroz is almost refueled.
Het vliegtuig is nog niet bijgetankt.The plane is still not refueled.
Ja, dat kan als het kan ooit bijgetankt is. Een klein technisch probleempje.Yeah, that is if it can ever be... refueled.
Vlucht Een is bijgetankt en komt jullie oppikken.Advise against that, snake doctor. Flight one has refueled and heading back to your p-z.
We zijn bijgetankt.We've refueled.
Mijn hart zal stoppen... als ik geen meteoriet vind en bijtank.My heart is gonna stop if I don't find a meteor rock and refuel.
Wat hij bijtankt in het luchtruim.Which he refuels in the air. Wait, what?
Michelle vond bewijs dat je je boot bijtankte bij de plek waar Billy's vrouw werd vermoord.So... Michelle found proof that you refueled your boat near the waters where billy's wife was killed.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

bevochtigen
moisten
bijeenbrengen
bring together
bijhalen
do
bijknippen
moonlight
bijschaven
polish
bijscholen
retrain
bijslepen
do
bijstellen
adjust
bijsturen
do
bijtekenen
refuel

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'refuel':

None found.
Learning languages?