Bijspringen (to help out) conjugation

Dutch
5 examples

Conjugation of bijspringen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
spring bij
I help out
springt bij
you help out
springt bij
he/she/it helps out
springen bij
we help out
springen bij
you all help out
springen bij
they help out
Present perfect tense
heb bijgesprongen
I have helped out
hebt bijgesprongen
you have helped out
heeft bijgesprongen
he/she/it has helped out
hebben bijgesprongen
we have helped out
hebben bijgesprongen
you all have helped out
hebben bijgesprongen
they have helped out
Past tense
sprong bij
I helped out
sprong bij
you helped out
sprong bij
he/she/it helped out
sprongen bij
we helped out
sprongen bij
you all helped out
sprongen bij
they helped out
Future tense
zal bijspringen
I will help out
zult bijspringen
you will help out
zal bijspringen
he/she/it will help out
zullen bijspringen
we will help out
zullen bijspringen
you all will help out
zullen bijspringen
they will help out
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou bijspringen
I would help out
zou bijspringen
you would help out
zou bijspringen
he/she/it would help out
zouden bijspringen
we would help out
zouden bijspringen
you all would help out
zouden bijspringen
they would help out
Subjunctive mood
springe bij
I help out
springe bij
you help out
springe bij
he/she/it help out
springe bij
we help out
springe bij
you all help out
springe bij
they help out
Past perfect tense
had bijgesprongen
I had helped out
had bijgesprongen
you had helped out
had bijgesprongen
he/she/it had helped out
hadden bijgesprongen
we had helped out
hadden bijgesprongen
you all had helped out
hadden bijgesprongen
they had helped out
Future perf.
zal bijgesprongen hebben
I will have helped out
zal bijgesprongen hebben
you will have helped out
zal bijgesprongen hebben
he/she/it will have helped out
zullen bijgesprongen hebben
we will have helped out
zullen bijgesprongen hebben
you all will have helped out
zullen bijgesprongen hebben
they will have helped out
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou bijgesprongen hebben
I would have helped out
zou bijgesprongen hebben
you would have helped out
zou bijgesprongen hebben
he/she/it would have helped out
zouden bijgesprongen hebben
we would have helped out
zouden bijgesprongen hebben
you all would have helped out
zouden bijgesprongen hebben
they would have helped out
Present bijzin tense
bijspring
I help out
bijspringt
you help out
bijspringt
he/she/it helps out
bijspringen
we help out
bijspringen
you all help out
bijspringen
they help out
Past bijzin tense
bijsprong
I helped out
bijsprong
you helped out
bijsprong
he/she/it helped out
bijsprongen
we helped out
bijsprongen
you all helped out
bijsprongen
they helped out
Future bijzin tense
zal bijspringen
I will help out
zult bijspringen
you will help out
zal bijspringen
he/she/it will help out
zullen bijspringen
we will help out
zullen bijspringen
you all will help out
zullen bijspringen
they will help out
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou bijspringen
I would help out
zou bijspringen
you would help out
zou bijspringen
he/she/it would help out
zouden bijspringen
we would help out
zouden bijspringen
you all would help out
zouden bijspringen
they would help out
Subjunctive bijzin mood
bijspringe
I help out
bijspringe
you help out
bijspringe
he/she/it help out
bijspringe
we help out
bijspringe
you all help out
bijspringe
they help out
Du
Ihr
Imperative mood
spring bij
help out
springt bij
help out

Examples of bijspringen

Example in DutchTranslation in English
-Kan haar moeder niet bijspringen?- Couldn't her mother help out?
Al snel moet hij bijspringen.It's not long before he needs to help out.
Daarom moeten we allemaal bijspringen en zoveel helpen als mogelijk.Which is why we all need to pitch in and help out every way we can.
Ik moest bijspringen.Liz needed me to help out.
Ik was blij dat hij kon bijspringen.I was glad he could help out.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'help out':

None found.
Learning languages?