Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Bijgroeien (to do) conjugation

Dutch
2 examples

Conjugation of bijgroeien

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
groei bij
I do
groeit bij
you do
groeit bij
he/she/it does
groeien bij
we do
groeien bij
you all do
groeien bij
they do
Present perfect tense
ben bijgegroeid
I have done
bent bijgegroeid
you have done
is bijgegroeid
he/she/it has done
zijn bijgegroeid
we have done
zijn bijgegroeid
you all have done
zijn bijgegroeid
they have done
Past tense
groeide bij
I did
groeide bij
you did
groeide bij
he/she/it did
groeiden bij
we did
groeiden bij
you all did
groeiden bij
they did
Future tense
zal bijgroeien
I will do
zult bijgroeien
you will do
zal bijgroeien
he/she/it will do
zullen bijgroeien
we will do
zullen bijgroeien
you all will do
zullen bijgroeien
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou bijgroeien
I would do
zou bijgroeien
you would do
zou bijgroeien
he/she/it would do
zouden bijgroeien
we would do
zouden bijgroeien
you all would do
zouden bijgroeien
they would do
Subjunctive mood
groeie bij
I do
groeie bij
you do
groeie bij
he/she/it do
groeie bij
we do
groeie bij
you all do
groeie bij
they do
Past perfect tense
was bijgegroeid
I had done
was bijgegroeid
you had done
was bijgegroeid
he/she/it had done
waren bijgegroeid
we had done
waren bijgegroeid
you all had done
waren bijgegroeid
they had done
Future perf.
zal bijgegroeid zijn
I will have done
zal bijgegroeid zijn
you will have done
zal bijgegroeid zijn
he/she/it will have done
zullen bijgegroeid zijn
we will have done
zullen bijgegroeid zijn
you all will have done
zullen bijgegroeid zijn
they will have done
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou bijgegroeid zijn
I would have done
zou bijgegroeid zijn
you would have done
zou bijgegroeid zijn
he/she/it would have done
zouden bijgegroeid zijn
we would have done
zouden bijgegroeid zijn
you all would have done
zouden bijgegroeid zijn
they would have done
Present bijzin tense
bijgroei
I do
bijgroeit
you do
bijgroeit
he/she/it does
bijgroeien
we do
bijgroeien
you all do
bijgroeien
they do
Past bijzin tense
bijgroeide
I did
bijgroeide
you did
bijgroeide
he/she/it did
bijgroeiden
we did
bijgroeiden
you all did
bijgroeiden
they did
Future bijzin tense
zal bijgroeien
I will do
zult bijgroeien
you will do
zal bijgroeien
he/she/it will do
zullen bijgroeien
we will do
zullen bijgroeien
you all will do
zullen bijgroeien
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou bijgroeien
I would do
zou bijgroeien
you would do
zou bijgroeien
he/she/it would do
zouden bijgroeien
we would do
zouden bijgroeien
you all would do
zouden bijgroeien
they would do
Subjunctive bijzin mood
bijgroeie
I do
bijgroeie
you do
bijgroeie
he/she/it do
bijgroeie
we do
bijgroeie
you all do
bijgroeie
they do
Du
Ihr
Imperative mood
groei bij
do
groeit bij
do

Examples of bijgroeien

Example in DutchTranslation in English
Alles groeit bij me als ik bij jou ben. Ik ga hier zitten, oké?l always do when l'm next to you... l'll just park my butt here, OK?
Ik zou een moord doen... om op te groeien bij rijke, normale mensen.I'd give anything to be adopted grow up with rich, normal parents instead of freaks.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.