Bijgooien (to do) conjugation

Dutch
3 examples

Conjugation of bijgooien

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
gooi bij
I do
gooit bij
you do
gooit bij
he/she/it does
gooien bij
we do
gooien bij
you all do
gooien bij
they do
Present perfect tense
heb bijgegooid
I have done
hebt bijgegooid
you have done
heeft bijgegooid
he/she/it has done
hebben bijgegooid
we have done
hebben bijgegooid
you all have done
hebben bijgegooid
they have done
Past tense
gooide bij
I did
gooide bij
you did
gooide bij
he/she/it did
gooiden bij
we did
gooiden bij
you all did
gooiden bij
they did
Future tense
zal bijgooien
I will do
zult bijgooien
you will do
zal bijgooien
he/she/it will do
zullen bijgooien
we will do
zullen bijgooien
you all will do
zullen bijgooien
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou bijgooien
I would do
zou bijgooien
you would do
zou bijgooien
he/she/it would do
zouden bijgooien
we would do
zouden bijgooien
you all would do
zouden bijgooien
they would do
Subjunctive mood
gooie bij
I do
gooie bij
you do
gooie bij
he/she/it do
gooie bij
we do
gooie bij
you all do
gooie bij
they do
Past perfect tense
had bijgegooid
I had done
had bijgegooid
you had done
had bijgegooid
he/she/it had done
hadden bijgegooid
we had done
hadden bijgegooid
you all had done
hadden bijgegooid
they had done
Future perf.
zal bijgegooid hebben
I will have done
zal bijgegooid hebben
you will have done
zal bijgegooid hebben
he/she/it will have done
zullen bijgegooid hebben
we will have done
zullen bijgegooid hebben
you all will have done
zullen bijgegooid hebben
they will have done
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou bijgegooid hebben
I would have done
zou bijgegooid hebben
you would have done
zou bijgegooid hebben
he/she/it would have done
zouden bijgegooid hebben
we would have done
zouden bijgegooid hebben
you all would have done
zouden bijgegooid hebben
they would have done
Present bijzin tense
bijgooi
I do
bijgooit
you do
bijgooit
he/she/it does
bijgooien
we do
bijgooien
you all do
bijgooien
they do
Past bijzin tense
bijgooide
I did
bijgooide
you did
bijgooide
he/she/it did
bijgooiden
we did
bijgooiden
you all did
bijgooiden
they did
Future bijzin tense
zal bijgooien
I will do
zult bijgooien
you will do
zal bijgooien
he/she/it will do
zullen bijgooien
we will do
zullen bijgooien
you all will do
zullen bijgooien
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou bijgooien
I would do
zou bijgooien
you would do
zou bijgooien
he/she/it would do
zouden bijgooien
we would do
zouden bijgooien
you all would do
zouden bijgooien
they would do
Subjunctive bijzin mood
bijgooie
I do
bijgooie
you do
bijgooie
he/she/it do
bijgooie
we do
bijgooie
you all do
bijgooie
they do
Du
Ihr
Imperative mood
gooi bij
do
gooit bij
do

Examples of bijgooien

Example in DutchTranslation in English
Ze zeggen dat als je dat nest wilt vernietigen, dan moet je er niet nog een slang bijgooien.They say if you want to destroy the nest, you don't throw in another snake.
Voor ik je in de kelder gooi bij de rest, wil ik eerst weten hoe je heet.I'm an orphan. Well, before I pitch you into the basement with the others... - what name do you go by, boy?
Om jullie aankomst nog onplezieriger te maken... wilt de man beneden dat jullie je tanden en haren in het kleine emmertje gooien bij de uitgang.In order to make your arrival even more unpleasant, The man downstairs would like you to please deposit your teeth and hair Into the small bin provided at the exit.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.
Learning languages?