Cooljugator Logo Get a Dutch Tutor

bijeenroepen

to convoke

Looking for learning resources? Study with our courses! Get a full course →

Conjugation of bijeenroepen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
roep bijeen
I convoke
roept bijeen
you convoke
roept bijeen
he/she/it convokes
roepen bijeen
we convoke
roepen bijeen
you all convoke
roepen bijeen
they convoke
Present perfect tense
heb bijeengeroepen
I have convoked
hebt bijeengeroepen
you have convoked
heeft bijeengeroepen
he/she/it has convoked
hebben bijeengeroepen
we have convoked
hebben bijeengeroepen
you all have convoked
hebben bijeengeroepen
they have convoked
Past tense
riep bijeen
I convoked
riep bijeen
you convoked
riep bijeen
he/she/it convoked
riepen bijeen
we convoked
riepen bijeen
you all convoked
riepen bijeen
they convoked
Future tense
zal bijeenroepen
I will convoke
zult bijeenroepen
you will convoke
zal bijeenroepen
he/she/it will convoke
zullen bijeenroepen
we will convoke
zullen bijeenroepen
you all will convoke
zullen bijeenroepen
they will convoke
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou bijeenroepen
I would convoke
zou bijeenroepen
you would convoke
zou bijeenroepen
he/she/it would convoke
zouden bijeenroepen
we would convoke
zouden bijeenroepen
you all would convoke
zouden bijeenroepen
they would convoke
Subjunctive mood
roepe bijeen
I convoke
roepe bijeen
you convoke
roepe bijeen
he/she/it convoke
roepe bijeen
we convoke
roepe bijeen
you all convoke
roepe bijeen
they convoke
Past perfect tense
had bijeengeroepen
I had convoked
had bijeengeroepen
you had convoked
had bijeengeroepen
he/she/it had convoked
hadden bijeengeroepen
we had convoked
hadden bijeengeroepen
you all had convoked
hadden bijeengeroepen
they had convoked
Future perf.
zal bijeengeroepen hebben
I will have convoked
zal bijeengeroepen hebben
you will have convoked
zal bijeengeroepen hebben
he/she/it will have convoked
zullen bijeengeroepen hebben
we will have convoked
zullen bijeengeroepen hebben
you all will have convoked
zullen bijeengeroepen hebben
they will have convoked
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou bijeengeroepen hebben
I would have convoked
zou bijeengeroepen hebben
you would have convoked
zou bijeengeroepen hebben
he/she/it would have convoked
zouden bijeengeroepen hebben
we would have convoked
zouden bijeengeroepen hebben
you all would have convoked
zouden bijeengeroepen hebben
they would have convoked
Present bijzin tense
bijeenroep
I convoke
bijeenroept
you convoke
bijeenroept
he/she/it convokes
bijeenroepen
we convoke
bijeenroepen
you all convoke
bijeenroepen
they convoke
Past bijzin tense
bijeenriep
I convoked
bijeenriep
you convoked
bijeenriep
he/she/it convoked
bijeenriepen
we convoked
bijeenriepen
you all convoked
bijeenriepen
they convoked
Future bijzin tense
zal bijeenroepen
I will convoke
zult bijeenroepen
you will convoke
zal bijeenroepen
he/she/it will convoke
zullen bijeenroepen
we will convoke
zullen bijeenroepen
you all will convoke
zullen bijeenroepen
they will convoke
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou bijeenroepen
I would convoke
zou bijeenroepen
you would convoke
zou bijeenroepen
he/she/it would convoke
zouden bijeenroepen
we would convoke
zouden bijeenroepen
you all would convoke
zouden bijeenroepen
they would convoke
Subjunctive bijzin mood
bijeenroepe
I convoke
bijeenroepe
you convoke
bijeenroepe
he/she/it convoke
bijeenroepe
we convoke
bijeenroepe
you all convoke
bijeenroepe
they convoke
Du
Ihr
Imperative mood
roep bijeen
convoke
roept bijeen
convoke

Examples of bijeenroepen

Ik zal een commissie bijeenroepen mits bepaalde problemen overwonnen kunnen worden.

- I will convoke such a commission. - Thank you. Providing certain obstacles can be surmounted.

Further details about this page

LOCATION

RELATED PAGES