Bespoedigen (to accelerate) conjugation

Dutch
9 examples

Conjugation of bespoedigen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
bespoedig
I accelerate
bespoedigt
you accelerate
bespoedigt
he/she/it accelerates
bespoedigen
we accelerate
bespoedigen
you all accelerate
bespoedigen
they accelerate
Present perfect tense
heb bespoedigd
I have accelerated
hebt bespoedigd
you have accelerated
heeft bespoedigd
he/she/it has accelerated
hebben bespoedigd
we have accelerated
hebben bespoedigd
you all have accelerated
hebben bespoedigd
they have accelerated
Past tense
bespoedigde
I accelerated
bespoedigde
you accelerated
bespoedigde
he/she/it accelerated
bespoedigden
we accelerated
bespoedigden
you all accelerated
bespoedigden
they accelerated
Future tense
zal bespoedigen
I will accelerate
zult bespoedigen
you will accelerate
zal bespoedigen
he/she/it will accelerate
zullen bespoedigen
we will accelerate
zullen bespoedigen
you all will accelerate
zullen bespoedigen
they will accelerate
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou bespoedigen
I would accelerate
zou bespoedigen
you would accelerate
zou bespoedigen
he/she/it would accelerate
zouden bespoedigen
we would accelerate
zouden bespoedigen
you all would accelerate
zouden bespoedigen
they would accelerate
Subjunctive mood
bespoedige
I accelerate
bespoedige
you accelerate
bespoedige
he/she/it accelerate
bespoedige
we accelerate
bespoedige
you all accelerate
bespoedige
they accelerate
Past perfect tense
had bespoedigd
I had accelerated
had bespoedigd
you had accelerated
had bespoedigd
he/she/it had accelerated
hadden bespoedigd
we had accelerated
hadden bespoedigd
you all had accelerated
hadden bespoedigd
they had accelerated
Future perf.
zal bespoedigd hebben
I will have accelerated
zal bespoedigd hebben
you will have accelerated
zal bespoedigd hebben
he/she/it will have accelerated
zullen bespoedigd hebben
we will have accelerated
zullen bespoedigd hebben
you all will have accelerated
zullen bespoedigd hebben
they will have accelerated
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou bespoedigd hebben
I would have accelerated
zou bespoedigd hebben
you would have accelerated
zou bespoedigd hebben
he/she/it would have accelerated
zouden bespoedigd hebben
we would have accelerated
zouden bespoedigd hebben
you all would have accelerated
zouden bespoedigd hebben
they would have accelerated
Du
Ihr
Imperative mood
bespoedig
accelerate
bespoedigt
accelerate

Examples of bespoedigen

Example in DutchTranslation in English
Een hete besloten ruimte kan de dood bespoedigen door uitdroging, en daarna voorkwam dat het verval van de weefsels.A hot, airless, confined space would have accelerated death from dehydration and then acted to preserve the tissues from decay.
Het is ons gelukt het onderzoek in uw mans zaak te bespoedigen.We`ve managed to accelerate the review of your husband`s case.
Ik dacht dat u haast had? De zaken wilde bespoedigen?I thought you were in a hurry to accelerate things.
Je wilt de zaak bespoedigen?You wish to accelerate things? Fine!
Jij je zin! We bespoedigen de zaak!We shall accelerate.
Ik bespoedig de liefde.I accelerate love.
- U bespoedigt de liefde?- You accelerate love?
Ik weet niet wie ze vertegenwoordigen, maar dit bespoedigt ons plan.It's not clear yet what entity they represent. Their presence here definitely accelerates the plan, though.
Ze heeft z'n dood bespoedigd.- She accelerated the death.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'accelerate':

None found.
Learning languages?