Cooljugator Logo Get a Dutch Tutor

benchmarken

to benchmark

Looking for learning resources? Study with our courses! Get a full course →

Conjugation of benchmarken

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
benchmark
I benchmark
benchmarkt
you benchmark
benchmarkt
he/she/it benchmarks
benchmarken
we benchmark
benchmarken
you all benchmark
benchmarken
they benchmark
Present perfect tense
heb gebenchmarkt
I have benchmarked
hebt gebenchmarkt
you have benchmarked
heeft gebenchmarkt
he/she/it has benchmarked
hebben gebenchmarkt
we have benchmarked
hebben gebenchmarkt
you all have benchmarked
hebben gebenchmarkt
they have benchmarked
Past tense
benchmarkte
I benchmarked
benchmarkte
you benchmarked
benchmarkte
he/she/it benchmarked
benchmarkten
we benchmarked
benchmarkten
you all benchmarked
benchmarkten
they benchmarked
Future tense
zal benchmarken
I will benchmark
zult benchmarken
you will benchmark
zal benchmarken
he/she/it will benchmark
zullen benchmarken
we will benchmark
zullen benchmarken
you all will benchmark
zullen benchmarken
they will benchmark
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou benchmarken
I would benchmark
zou benchmarken
you would benchmark
zou benchmarken
he/she/it would benchmark
zouden benchmarken
we would benchmark
zouden benchmarken
you all would benchmark
zouden benchmarken
they would benchmark
Subjunctive mood
benchmarke
I benchmark
benchmarke
you benchmark
benchmarke
he/she/it benchmark
benchmarke
we benchmark
benchmarke
you all benchmark
benchmarke
they benchmark
Past perfect tense
had gebenchmarkt
I had benchmarked
had gebenchmarkt
you had benchmarked
had gebenchmarkt
he/she/it had benchmarked
hadden gebenchmarkt
we had benchmarked
hadden gebenchmarkt
you all had benchmarked
hadden gebenchmarkt
they had benchmarked
Future perf.
zal gebenchmarkt hebben
I will have benchmarked
zal gebenchmarkt hebben
you will have benchmarked
zal gebenchmarkt hebben
he/she/it will have benchmarked
zullen gebenchmarkt hebben
we will have benchmarked
zullen gebenchmarkt hebben
you all will have benchmarked
zullen gebenchmarkt hebben
they will have benchmarked
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gebenchmarkt hebben
I would have benchmarked
zou gebenchmarkt hebben
you would have benchmarked
zou gebenchmarkt hebben
he/she/it would have benchmarked
zouden gebenchmarkt hebben
we would have benchmarked
zouden gebenchmarkt hebben
you all would have benchmarked
zouden gebenchmarkt hebben
they would have benchmarked
Du
Ihr
Imperative mood
benchmark
benchmark
benchmarkt
benchmark

Examples of benchmarken

Dit is een Volkswagen Golf GTI - de vaandeldrager, de benchmark, de vader...

This is a Volkswagen Golf GTI - the standard-bearer, the benchmark, the daddy...

Further details about this page

LOCATION