Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Beduimelen (to thumb) conjugation

Dutch
3 examples

Conjugation of beduimelen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
beduimel
I thumb
beduimelt
you thumb
beduimelt
he/she/it thumbs
beduimelen
we thumb
beduimelen
you all thumb
beduimelen
they thumb
Present perfect tense
heb beduimeld
I have thumbed
hebt beduimeld
you have thumbed
heeft beduimeld
he/she/it has thumbed
hebben beduimeld
we have thumbed
hebben beduimeld
you all have thumbed
hebben beduimeld
they have thumbed
Past tense
beduimelde
I thumbed
beduimelde
you thumbed
beduimelde
he/she/it thumbed
beduimelden
we thumbed
beduimelden
you all thumbed
beduimelden
they thumbed
Future tense
zal beduimelen
I will thumb
zult beduimelen
you will thumb
zal beduimelen
he/she/it will thumb
zullen beduimelen
we will thumb
zullen beduimelen
you all will thumb
zullen beduimelen
they will thumb
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou beduimelen
I would thumb
zou beduimelen
you would thumb
zou beduimelen
he/she/it would thumb
zouden beduimelen
we would thumb
zouden beduimelen
you all would thumb
zouden beduimelen
they would thumb
Subjunctive mood
beduimele
I thumb
beduimele
you thumb
beduimele
he/she/it thumb
beduimele
we thumb
beduimele
you all thumb
beduimele
they thumb
Past perfect tense
had beduimeld
I had thumbed
had beduimeld
you had thumbed
had beduimeld
he/she/it had thumbed
hadden beduimeld
we had thumbed
hadden beduimeld
you all had thumbed
hadden beduimeld
they had thumbed
Future perf.
zal beduimeld hebben
I will have thumbed
zal beduimeld hebben
you will have thumbed
zal beduimeld hebben
he/she/it will have thumbed
zullen beduimeld hebben
we will have thumbed
zullen beduimeld hebben
you all will have thumbed
zullen beduimeld hebben
they will have thumbed
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou beduimeld hebben
I would have thumbed
zou beduimeld hebben
you would have thumbed
zou beduimeld hebben
he/she/it would have thumbed
zouden beduimeld hebben
we would have thumbed
zouden beduimeld hebben
you all would have thumbed
zouden beduimeld hebben
they would have thumbed
Du
Ihr
Imperative mood
beduimel
thumb
beduimelt
thumb

Examples of beduimelen

Example in DutchTranslation in English
Houden je liefhebbende vrouw en kinderen de stekker vast in dat scenario? Of beduimelen ze je testament al?And in this scenario, are your loving wife and kids holding the life-support cord or are they thumbing through your will?
Beetje beduimelt, maar er zit niets in verstopt.Well-thumbed, but nothing hidden in it.
De beduimelde Bijbel verklaart dat.And I guess the well-thumbed Bible explains that.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

barsten
burst
bebroeden
do
becommentariëren
comment
bedelen
cover
bedieden
do
beduiden
mean
beduimen
do
beetgrijpen
bite grab
begoochelen
delude
begrenzen
limit

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'thumb':

None found.