Bastaarderen (to do) conjugation

Dutch

Conjugation of bastaarderen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
bastaardeer
I do
bastaardeert
you do
bastaardeert
he/she/it does
bastaarderen
we do
bastaarderen
you all do
bastaarderen
they do
Present perfect tense
heb gebastaardeerd
I have done
hebt gebastaardeerd
you have done
heeft gebastaardeerd
he/she/it has done
hebben gebastaardeerd
we have done
hebben gebastaardeerd
you all have done
hebben gebastaardeerd
they have done
Past tense
bastaardeerde
I did
bastaardeerde
you did
bastaardeerde
he/she/it did
bastaardeerden
we did
bastaardeerden
you all did
bastaardeerden
they did
Future tense
zal bastaarderen
I will do
zult bastaarderen
you will do
zal bastaarderen
he/she/it will do
zullen bastaarderen
we will do
zullen bastaarderen
you all will do
zullen bastaarderen
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou bastaarderen
I would do
zou bastaarderen
you would do
zou bastaarderen
he/she/it would do
zouden bastaarderen
we would do
zouden bastaarderen
you all would do
zouden bastaarderen
they would do
Subjunctive mood
bastaardere
I do
bastaardere
you do
bastaardere
he/she/it do
bastaardere
we do
bastaardere
you all do
bastaardere
they do
Past perfect tense
had gebastaardeerd
I had done
had gebastaardeerd
you had done
had gebastaardeerd
he/she/it had done
hadden gebastaardeerd
we had done
hadden gebastaardeerd
you all had done
hadden gebastaardeerd
they had done
Future perf.
zal gebastaardeerd hebben
I will have done
zal gebastaardeerd hebben
you will have done
zal gebastaardeerd hebben
he/she/it will have done
zullen gebastaardeerd hebben
we will have done
zullen gebastaardeerd hebben
you all will have done
zullen gebastaardeerd hebben
they will have done
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gebastaardeerd hebben
I would have done
zou gebastaardeerd hebben
you would have done
zou gebastaardeerd hebben
he/she/it would have done
zouden gebastaardeerd hebben
we would have done
zouden gebastaardeerd hebben
you all would have done
zouden gebastaardeerd hebben
they would have done
Du
Ihr
Imperative mood
bastaardeer
do
bastaardeert
do

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

arceren
hatch
assisteren
assist
attacheren
attack men
balken
bray
bassen
do
baten
avail
bazen
do
beantwoorden
answer
bedekken
cover
bedillen
carp at

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.
Learning languages?