Ballonvaren (to balloon) conjugation

Dutch
10 examples

Conjugation of ballonvaren

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
vaar ballon
I balloon
vaart ballon
you balloon
vaart ballon
he/she/it balloons
varen ballon
we balloon
varen ballon
you all balloon
varen ballon
they balloon
Present perfect tense
heb ballongevaren
I have ballooned
hebt ballongevaren
you have ballooned
heeft ballongevaren
he/she/it has ballooned
hebben ballongevaren
we have ballooned
hebben ballongevaren
you all have ballooned
hebben ballongevaren
they have ballooned
Past tense
voer ballon
I ballooned
voer ballon
you ballooned
voer ballon
he/she/it ballooned
voeren ballon
we ballooned
voeren ballon
you all ballooned
voeren ballon
they ballooned
Future tense
zal ballonvaren
I will balloon
zult ballonvaren
you will balloon
zal ballonvaren
he/she/it will balloon
zullen ballonvaren
we will balloon
zullen ballonvaren
you all will balloon
zullen ballonvaren
they will balloon
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou ballonvaren
I would balloon
zou ballonvaren
you would balloon
zou ballonvaren
he/she/it would balloon
zouden ballonvaren
we would balloon
zouden ballonvaren
you all would balloon
zouden ballonvaren
they would balloon
Subjunctive mood
vare ballon
I balloon
vare ballon
you balloon
vare ballon
he/she/it balloon
vare ballon
we balloon
vare ballon
you all balloon
vare ballon
they balloon
Past perfect tense
had ballongevaren
I had ballooned
had ballongevaren
you had ballooned
had ballongevaren
he/she/it had ballooned
hadden ballongevaren
we had ballooned
hadden ballongevaren
you all had ballooned
hadden ballongevaren
they had ballooned
Future perf.
zal ballongevaren hebben
I will have ballooned
zal ballongevaren hebben
you will have ballooned
zal ballongevaren hebben
he/she/it will have ballooned
zullen ballongevaren hebben
we will have ballooned
zullen ballongevaren hebben
you all will have ballooned
zullen ballongevaren hebben
they will have ballooned
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou ballongevaren hebben
I would have ballooned
zou ballongevaren hebben
you would have ballooned
zou ballongevaren hebben
he/she/it would have ballooned
zouden ballongevaren hebben
we would have ballooned
zouden ballongevaren hebben
you all would have ballooned
zouden ballongevaren hebben
they would have ballooned
Present bijzin tense
ballonvaar
I balloon
ballonvaart
you balloon
ballonvaart
he/she/it balloons
ballonvaren
we balloon
ballonvaren
you all balloon
ballonvaren
they balloon
Past bijzin tense
ballonvoer
I ballooned
ballonvoer
you ballooned
ballonvoer
he/she/it ballooned
ballonvoeren
we ballooned
ballonvoeren
you all ballooned
ballonvoeren
they ballooned
Future bijzin tense
zal ballonvaren
I will balloon
zult ballonvaren
you will balloon
zal ballonvaren
he/she/it will balloon
zullen ballonvaren
we will balloon
zullen ballonvaren
you all will balloon
zullen ballonvaren
they will balloon
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou ballonvaren
I would balloon
zou ballonvaren
you would balloon
zou ballonvaren
he/she/it would balloon
zouden ballonvaren
we would balloon
zouden ballonvaren
you all would balloon
zouden ballonvaren
they would balloon
Subjunctive bijzin mood
ballonvare
I balloon
ballonvare
you balloon
ballonvare
he/she/it balloon
ballonvare
we balloon
ballonvare
you all balloon
ballonvare
they balloon
Du
Ihr
Imperative mood
vaar ballon
balloon
vaart ballon
balloon

Examples of ballonvaren

Example in DutchTranslation in English
Denkt u nu anders over ballonvaren doctor?Does this change your opinion about ballooning Doctor?
Fotograferen, fietsen, ballonvaren, het is allemaal hetzelfde.Taking photos, riding a bike or a balloon, it's all the same.
Hou je van ballonvaren?Do you like hot-air ballooning?
Ik ben met mijn Aziatische investeerders gaan ballonvaren.I had my breakfast, made love to my companion, sent her on her way. Then I took my Asian investors ballooning in wine country,
Ik ga morgen ballonvaren in de Franse Alpen.I'm going ballooning tomorrow in the French Alps.
De gebroeders Montgolfier maakten hun eerste ballonvaart.The Montgolfier Brothers went up... in their first balloon.
Een ballonvaart is leuk, maar niet in februari.A balloon ride is lovely, but not in February.
Een ballonvaart?Uh, oops. A hot-air balloon ride?
Gelukkig gaat die ballonvaart niet door.At least it got us out of hot-air balloonin', huh?
Het is een ballonvaart van het bloedvat waar het trauma heeft plaatsgevonden.It's a ballooning of the blood vessel where the trauma occurred.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'balloon':

None found.
Learning languages?