Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Baldoveren (to do) conjugation

Dutch
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
baldover
baldovert
baldovert
baldoveren
baldoveren
baldoveren
Present perfect tense
heb gebaldoverd
hebt gebaldoverd
heeft gebaldoverd
hebben gebaldoverd
hebben gebaldoverd
hebben gebaldoverd
Past tense
baldoverde
baldoverde
baldoverde
baldoverden
baldoverden
baldoverden
Future tense
zal baldoveren
zult baldoveren
zal baldoveren
zullen baldoveren
zullen baldoveren
zullen baldoveren
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou baldoveren
zou baldoveren
zou baldoveren
zouden baldoveren
zouden baldoveren
zouden baldoveren
Subjunctive mood
baldovere
baldovere
baldovere
baldovere
baldovere
baldovere
Past perfect tense
had gebaldoverd
had gebaldoverd
had gebaldoverd
hadden gebaldoverd
hadden gebaldoverd
hadden gebaldoverd
Future perf.
zal gebaldoverd hebben
zal gebaldoverd hebben
zal gebaldoverd hebben
zullen gebaldoverd hebben
zullen gebaldoverd hebben
zullen gebaldoverd hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gebaldoverd hebben
zou gebaldoverd hebben
zou gebaldoverd hebben
zouden gebaldoverd hebben
zouden gebaldoverd hebben
zouden gebaldoverd hebben
Du
Ihr
Imperative mood
baldover
baldovert

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

afzomen
hem finishing
asfalteren
do
assimileren
assimilate
attacheren
attack men
badderen
soak
bagatelliseren
play down
baksen
do
balderen
bald honor
balen
do
basketten
play basketball

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.