Autodaten (to do) conjugation

Dutch

Conjugation of autodaten

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
autodate
I do
autodatet
you do
autodatet
he/she/it does
autodaten
we do
autodaten
you all do
autodaten
they do
Present perfect tense
heb geautodatet
I have done
hebt geautodatet
you have done
heeft geautodatet
he/she/it has done
hebben geautodatet
we have done
hebben geautodatet
you all have done
hebben geautodatet
they have done
Past tense
autodatete
I did
autodatete
you did
autodatete
he/she/it did
autodateten
we did
autodateten
you all did
autodateten
they did
Future tense
zal autodaten
I will do
zult autodaten
you will do
zal autodaten
he/she/it will do
zullen autodaten
we will do
zullen autodaten
you all will do
zullen autodaten
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou autodaten
I would do
zou autodaten
you would do
zou autodaten
he/she/it would do
zouden autodaten
we would do
zouden autodaten
you all would do
zouden autodaten
they would do
Subjunctive mood
autodate
I do
autodate
you do
autodate
he/she/it do
autodate
we do
autodate
you all do
autodate
they do
Past perfect tense
had geautodatet
I had done
had geautodatet
you had done
had geautodatet
he/she/it had done
hadden geautodatet
we had done
hadden geautodatet
you all had done
hadden geautodatet
they had done
Future perf.
zal geautodatet hebben
I will have done
zal geautodatet hebben
you will have done
zal geautodatet hebben
he/she/it will have done
zullen geautodatet hebben
we will have done
zullen geautodatet hebben
you all will have done
zullen geautodatet hebben
they will have done
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou geautodatet hebben
I would have done
zou geautodatet hebben
you would have done
zou geautodatet hebben
he/she/it would have done
zouden geautodatet hebben
we would have done
zouden geautodatet hebben
you all would have done
zouden geautodatet hebben
they would have done
Du
Ihr
Imperative mood
autodat
do
autodatet
do

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

afwerken
deflect
apparenteren
do
arbeiden
work
assureren
insure
authentiseren
authenticate
automatiseren
automate
bagatelliseren
play down
bakkeleien
scuffle
balkaniseren
do
ballen
balls

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.
Learning languages?