Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Attribueren (to do) conjugation

Dutch
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
attribueer
attribueert
attribueert
attribueren
attribueren
attribueren
Present perfect tense
heb geattribueerd
hebt geattribueerd
heeft geattribueerd
hebben geattribueerd
hebben geattribueerd
hebben geattribueerd
Past tense
attribueerde
attribueerde
attribueerde
attribueerden
attribueerden
attribueerden
Future tense
zal attribueren
zult attribueren
zal attribueren
zullen attribueren
zullen attribueren
zullen attribueren
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou attribueren
zou attribueren
zou attribueren
zouden attribueren
zouden attribueren
zouden attribueren
Subjunctive mood
attribuere
attribuere
attribuere
attribuere
attribuere
attribuere
Past perfect tense
had geattribueerd
had geattribueerd
had geattribueerd
hadden geattribueerd
hadden geattribueerd
hadden geattribueerd
Future perf.
zal geattribueerd hebben
zal geattribueerd hebben
zal geattribueerd hebben
zullen geattribueerd hebben
zullen geattribueerd hebben
zullen geattribueerd hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou geattribueerd hebben
zou geattribueerd hebben
zou geattribueerd hebben
zouden geattribueerd hebben
zouden geattribueerd hebben
zouden geattribueerd hebben
Du
Ihr
Imperative mood
attribueer
attribueert

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.