Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Aromatiseren (to flavour) conjugation

Dutch
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
aromatiseer
aromatiseert
aromatiseert
aromatiseren
aromatiseren
aromatiseren
Present perfect tense
heb gearomatiseerd
hebt gearomatiseerd
heeft gearomatiseerd
hebben gearomatiseerd
hebben gearomatiseerd
hebben gearomatiseerd
Past tense
aromatiseerde
aromatiseerde
aromatiseerde
aromatiseerden
aromatiseerden
aromatiseerden
Future tense
zal aromatiseren
zult aromatiseren
zal aromatiseren
zullen aromatiseren
zullen aromatiseren
zullen aromatiseren
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou aromatiseren
zou aromatiseren
zou aromatiseren
zouden aromatiseren
zouden aromatiseren
zouden aromatiseren
Subjunctive mood
aromatisere
aromatisere
aromatisere
aromatisere
aromatisere
aromatisere
Past perfect tense
had gearomatiseerd
had gearomatiseerd
had gearomatiseerd
hadden gearomatiseerd
hadden gearomatiseerd
hadden gearomatiseerd
Future perf.
zal gearomatiseerd hebben
zal gearomatiseerd hebben
zal gearomatiseerd hebben
zullen gearomatiseerd hebben
zullen gearomatiseerd hebben
zullen gearomatiseerd hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gearomatiseerd hebben
zou gearomatiseerd hebben
zou gearomatiseerd hebben
zouden gearomatiseerd hebben
zouden gearomatiseerd hebben
zouden gearomatiseerd hebben
Du
Ihr
Imperative mood
aromatiseer
aromatiseert

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'flavour':

None found.