Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Arabiseren (to do) conjugation

Dutch
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
arabiseer
arabiseert
arabiseert
arabiseren
arabiseren
arabiseren
Present perfect tense
heb gearabiseerd
hebt gearabiseerd
heeft gearabiseerd
hebben gearabiseerd
hebben gearabiseerd
hebben gearabiseerd
Past tense
arabiseerde
arabiseerde
arabiseerde
arabiseerden
arabiseerden
arabiseerden
Future tense
zal arabiseren
zult arabiseren
zal arabiseren
zullen arabiseren
zullen arabiseren
zullen arabiseren
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou arabiseren
zou arabiseren
zou arabiseren
zouden arabiseren
zouden arabiseren
zouden arabiseren
Subjunctive mood
arabisere
arabisere
arabisere
arabisere
arabisere
arabisere
Past perfect tense
had gearabiseerd
had gearabiseerd
had gearabiseerd
hadden gearabiseerd
hadden gearabiseerd
hadden gearabiseerd
Future perf.
zal gearabiseerd hebben
zal gearabiseerd hebben
zal gearabiseerd hebben
zullen gearabiseerd hebben
zullen gearabiseerd hebben
zullen gearabiseerd hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gearabiseerd hebben
zou gearabiseerd hebben
zou gearabiseerd hebben
zouden gearabiseerd hebben
zouden gearabiseerd hebben
zouden gearabiseerd hebben
Du
Ihr
Imperative mood
arabiseer
arabiseert

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

ardoiseren
do

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.