Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Apostilleren (to do) conjugation

Dutch

Conjugation of apostilleren

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
apostilleer
I do
apostilleert
you do
apostilleert
he/she/it does
apostilleren
we do
apostilleren
you all do
apostilleren
they do
Present perfect tense
heb geapostilleerd
I have done
hebt geapostilleerd
you have done
heeft geapostilleerd
he/she/it has done
hebben geapostilleerd
we have done
hebben geapostilleerd
you all have done
hebben geapostilleerd
they have done
Past tense
apostilleerde
I did
apostilleerde
you did
apostilleerde
he/she/it did
apostilleerden
we did
apostilleerden
you all did
apostilleerden
they did
Future tense
zal apostilleren
I will do
zult apostilleren
you will do
zal apostilleren
he/she/it will do
zullen apostilleren
we will do
zullen apostilleren
you all will do
zullen apostilleren
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou apostilleren
I would do
zou apostilleren
you would do
zou apostilleren
he/she/it would do
zouden apostilleren
we would do
zouden apostilleren
you all would do
zouden apostilleren
they would do
Subjunctive mood
apostillere
I do
apostillere
you do
apostillere
he/she/it do
apostillere
we do
apostillere
you all do
apostillere
they do
Past perfect tense
had geapostilleerd
I had done
had geapostilleerd
you had done
had geapostilleerd
he/she/it had done
hadden geapostilleerd
we had done
hadden geapostilleerd
you all had done
hadden geapostilleerd
they had done
Future perf.
zal geapostilleerd hebben
I will have done
zal geapostilleerd hebben
you will have done
zal geapostilleerd hebben
he/she/it will have done
zullen geapostilleerd hebben
we will have done
zullen geapostilleerd hebben
you all will have done
zullen geapostilleerd hebben
they will have done
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou geapostilleerd hebben
I would have done
zou geapostilleerd hebben
you would have done
zou geapostilleerd hebben
he/she/it would have done
zouden geapostilleerd hebben
we would have done
zouden geapostilleerd hebben
you all would have done
zouden geapostilleerd hebben
they would have done
Du
Ihr
Imperative mood
apostilleer
do
apostilleert
do

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

afvuren
fire
afzeiken
put down
annonceren
announce
annuleren
cancel
apocoperen
do
apparenteren
do
asfyxiëren
do
assaisoneren
do
assumeren
do
attaqueren
attack men

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.