Amortiseren (to amortise) conjugation

Dutch

Conjugation of amortiseren

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
amortiseer
I amortise
amortiseert
you amortise
amortiseert
he/she/it amortises
amortiseren
we amortise
amortiseren
you all amortise
amortiseren
they amortise
Present perfect tense
heb geamortiseerd
I have amortised
hebt geamortiseerd
you have amortised
heeft geamortiseerd
he/she/it has amortised
hebben geamortiseerd
we have amortised
hebben geamortiseerd
you all have amortised
hebben geamortiseerd
they have amortised
Past tense
amortiseerde
I amortised
amortiseerde
you amortised
amortiseerde
he/she/it amortised
amortiseerden
we amortised
amortiseerden
you all amortised
amortiseerden
they amortised
Future tense
zal amortiseren
I will amortise
zult amortiseren
you will amortise
zal amortiseren
he/she/it will amortise
zullen amortiseren
we will amortise
zullen amortiseren
you all will amortise
zullen amortiseren
they will amortise
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou amortiseren
I would amortise
zou amortiseren
you would amortise
zou amortiseren
he/she/it would amortise
zouden amortiseren
we would amortise
zouden amortiseren
you all would amortise
zouden amortiseren
they would amortise
Subjunctive mood
amortisere
I amortise
amortisere
you amortise
amortisere
he/she/it amortise
amortisere
we amortise
amortisere
you all amortise
amortisere
they amortise
Past perfect tense
had geamortiseerd
I had amortised
had geamortiseerd
you had amortised
had geamortiseerd
he/she/it had amortised
hadden geamortiseerd
we had amortised
hadden geamortiseerd
you all had amortised
hadden geamortiseerd
they had amortised
Future perf.
zal geamortiseerd hebben
I will have amortised
zal geamortiseerd hebben
you will have amortised
zal geamortiseerd hebben
he/she/it will have amortised
zullen geamortiseerd hebben
we will have amortised
zullen geamortiseerd hebben
you all will have amortised
zullen geamortiseerd hebben
they will have amortised
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou geamortiseerd hebben
I would have amortised
zou geamortiseerd hebben
you would have amortised
zou geamortiseerd hebben
he/she/it would have amortised
zouden geamortiseerd hebben
we would have amortised
zouden geamortiseerd hebben
you all would have amortised
zouden geamortiseerd hebben
they would have amortised
Du
Ihr
Imperative mood
amortiseer
amortise
amortiseert
amortise

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

afvissen
fish
afvloeien
drain
afwimpelen
brush off
alerteren
alarm
amenderen
amend
amerikaniseren
americanize
amoveren
decommission
amuseren
amuse
anticiperen
grovel
arren
do

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'amortise':

None found.
Learning languages?