Alcoholiseren (to alarm) conjugation

Dutch

Conjugation of alcoholiseren

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
alcoholiseer
I alarm
alcoholiseert
you alarm
alcoholiseert
he/she/it alarms
alcoholiseren
we alarm
alcoholiseren
you all alarm
alcoholiseren
they alarm
Present perfect tense
heb gealcoholiseerd
I have alarmed
hebt gealcoholiseerd
you have alarmed
heeft gealcoholiseerd
he/she/it has alarmed
hebben gealcoholiseerd
we have alarmed
hebben gealcoholiseerd
you all have alarmed
hebben gealcoholiseerd
they have alarmed
Past tense
alcoholiseerde
I alarmed
alcoholiseerde
you alarmed
alcoholiseerde
he/she/it alarmed
alcoholiseerden
we alarmed
alcoholiseerden
you all alarmed
alcoholiseerden
they alarmed
Future tense
zal alcoholiseren
I will alarm
zult alcoholiseren
you will alarm
zal alcoholiseren
he/she/it will alarm
zullen alcoholiseren
we will alarm
zullen alcoholiseren
you all will alarm
zullen alcoholiseren
they will alarm
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou alcoholiseren
I would alarm
zou alcoholiseren
you would alarm
zou alcoholiseren
he/she/it would alarm
zouden alcoholiseren
we would alarm
zouden alcoholiseren
you all would alarm
zouden alcoholiseren
they would alarm
Subjunctive mood
alcoholisere
I alarm
alcoholisere
you alarm
alcoholisere
he/she/it alarm
alcoholisere
we alarm
alcoholisere
you all alarm
alcoholisere
they alarm
Past perfect tense
had gealcoholiseerd
I had alarmed
had gealcoholiseerd
you had alarmed
had gealcoholiseerd
he/she/it had alarmed
hadden gealcoholiseerd
we had alarmed
hadden gealcoholiseerd
you all had alarmed
hadden gealcoholiseerd
they had alarmed
Future perf.
zal gealcoholiseerd hebben
I will have alarmed
zal gealcoholiseerd hebben
you will have alarmed
zal gealcoholiseerd hebben
he/she/it will have alarmed
zullen gealcoholiseerd hebben
we will have alarmed
zullen gealcoholiseerd hebben
you all will have alarmed
zullen gealcoholiseerd hebben
they will have alarmed
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gealcoholiseerd hebben
I would have alarmed
zou gealcoholiseerd hebben
you would have alarmed
zou gealcoholiseerd hebben
he/she/it would have alarmed
zouden gealcoholiseerd hebben
we would have alarmed
zouden gealcoholiseerd hebben
you all would have alarmed
zouden gealcoholiseerd hebben
they would have alarmed
Du
Ihr
Imperative mood
alcoholiseer
alarm
alcoholiseert
alarm

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

afstrijden
do
afweken
do
afwrikken
do
afwringen
do
afzoeken
scour
alarmeren
alarm
alerteren
alarm
annonceren
announce
apaiseren
appease
apparenteren
do

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'alarm':

None found.
Learning languages?