Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Afzwoegen (to do) conjugation

Dutch
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
zwoeg af
zwoegt af
zwoegt af
zwoegen af
zwoegen af
zwoegen af
Present perfect tense
heb afgezwoegd
hebt afgezwoegd
heeft afgezwoegd
hebben afgezwoegd
hebben afgezwoegd
hebben afgezwoegd
Past tense
zwoegde af
zwoegde af
zwoegde af
zwoegden af
zwoegden af
zwoegden af
Future tense
zal afzwoegen
zult afzwoegen
zal afzwoegen
zullen afzwoegen
zullen afzwoegen
zullen afzwoegen
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou afzwoegen
zou afzwoegen
zou afzwoegen
zouden afzwoegen
zouden afzwoegen
zouden afzwoegen
Subjunctive mood
zwoege af
zwoege af
zwoege af
zwoege af
zwoege af
zwoege af
Past perfect tense
had afgezwoegd
had afgezwoegd
had afgezwoegd
hadden afgezwoegd
hadden afgezwoegd
hadden afgezwoegd
Future perf.
zal afgezwoegd hebben
zal afgezwoegd hebben
zal afgezwoegd hebben
zullen afgezwoegd hebben
zullen afgezwoegd hebben
zullen afgezwoegd hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou afgezwoegd hebben
zou afgezwoegd hebben
zou afgezwoegd hebben
zouden afgezwoegd hebben
zouden afgezwoegd hebben
zouden afgezwoegd hebben
Present bijzin tense
afzwoeg
afzwoegt
afzwoegt
afzwoegen
afzwoegen
afzwoegen
Past bijzin tense
afzwoegde
afzwoegde
afzwoegde
afzwoegden
afzwoegden
afzwoegden
Future bijzin tense
zal afzwoegen
zult afzwoegen
zal afzwoegen
zullen afzwoegen
zullen afzwoegen
zullen afzwoegen
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou afzwoegen
zou afzwoegen
zou afzwoegen
zouden afzwoegen
zouden afzwoegen
zouden afzwoegen
Subjunctive bijzin mood
afzwoege
afzwoege
afzwoege
afzwoege
afzwoege
afzwoege
Du
Ihr
Imperative mood
zwoeg af
zwoegt af

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

afploegen
do
opzwoegen
do

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.