Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Aftrainen (to detrain) conjugation

Dutch
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
train af
traint af
traint af
trainen af
trainen af
trainen af
Present perfect tense
heb afgetraind
hebt afgetraind
heeft afgetraind
hebben afgetraind
hebben afgetraind
hebben afgetraind
Past tense
trainde af
trainde af
trainde af
trainden af
trainden af
trainden af
Future tense
zal aftrainen
zult aftrainen
zal aftrainen
zullen aftrainen
zullen aftrainen
zullen aftrainen
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou aftrainen
zou aftrainen
zou aftrainen
zouden aftrainen
zouden aftrainen
zouden aftrainen
Subjunctive mood
traine af
traine af
traine af
traine af
traine af
traine af
Past perfect tense
had afgetraind
had afgetraind
had afgetraind
hadden afgetraind
hadden afgetraind
hadden afgetraind
Future perf.
zal afgetraind hebben
zal afgetraind hebben
zal afgetraind hebben
zullen afgetraind hebben
zullen afgetraind hebben
zullen afgetraind hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou afgetraind hebben
zou afgetraind hebben
zou afgetraind hebben
zouden afgetraind hebben
zouden afgetraind hebben
zouden afgetraind hebben
Present bijzin tense
aftrain
aftraint
aftraint
aftrainen
aftrainen
aftrainen
Past bijzin tense
aftrainde
aftrainde
aftrainde
aftrainden
aftrainden
aftrainden
Future bijzin tense
zal aftrainen
zult aftrainen
zal aftrainen
zullen aftrainen
zullen aftrainen
zullen aftrainen
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou aftrainen
zou aftrainen
zou aftrainen
zouden aftrainen
zouden aftrainen
zouden aftrainen
Subjunctive bijzin mood
aftraine
aftraine
aftraine
aftraine
aftraine
aftraine
Du
Ihr
Imperative mood
train af
traint af

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

aftrappen
kick down

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'detrain':

None found.