Afstevenen (to do) conjugation

Dutch
3 examples

Conjugation of afstevenen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
steven af
I do
stevent af
you do
stevent af
he/she/it does
stevenen af
we do
stevenen af
you all do
stevenen af
they do
Present perfect tense
ben afgestevend
I have done
bent afgestevend
you have done
is afgestevend
he/she/it has done
zijn afgestevend
we have done
zijn afgestevend
you all have done
zijn afgestevend
they have done
Past tense
stevende af
I did
stevende af
you did
stevende af
he/she/it did
stevenden af
we did
stevenden af
you all did
stevenden af
they did
Future tense
zal afstevenen
I will do
zult afstevenen
you will do
zal afstevenen
he/she/it will do
zullen afstevenen
we will do
zullen afstevenen
you all will do
zullen afstevenen
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou afstevenen
I would do
zou afstevenen
you would do
zou afstevenen
he/she/it would do
zouden afstevenen
we would do
zouden afstevenen
you all would do
zouden afstevenen
they would do
Subjunctive mood
stevene af
I do
stevene af
you do
stevene af
he/she/it do
stevene af
we do
stevene af
you all do
stevene af
they do
Past perfect tense
was afgestevend
I had done
was afgestevend
you had done
was afgestevend
he/she/it had done
waren afgestevend
we had done
waren afgestevend
you all had done
waren afgestevend
they had done
Future perf.
zal afgestevend zijn
I will have done
zal afgestevend zijn
you will have done
zal afgestevend zijn
he/she/it will have done
zullen afgestevend zijn
we will have done
zullen afgestevend zijn
you all will have done
zullen afgestevend zijn
they will have done
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou afgestevend zijn
I would have done
zou afgestevend zijn
you would have done
zou afgestevend zijn
he/she/it would have done
zouden afgestevend zijn
we would have done
zouden afgestevend zijn
you all would have done
zouden afgestevend zijn
they would have done
Present bijzin tense
afsteven
I do
afstevent
you do
afstevent
he/she/it does
afstevenen
we do
afstevenen
you all do
afstevenen
they do
Past bijzin tense
afstevende
I did
afstevende
you did
afstevende
he/she/it did
afstevenden
we did
afstevenden
you all did
afstevenden
they did
Future bijzin tense
zal afstevenen
I will do
zult afstevenen
you will do
zal afstevenen
he/she/it will do
zullen afstevenen
we will do
zullen afstevenen
you all will do
zullen afstevenen
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou afstevenen
I would do
zou afstevenen
you would do
zou afstevenen
he/she/it would do
zouden afstevenen
we would do
zouden afstevenen
you all would do
zouden afstevenen
they would do
Subjunctive bijzin mood
afstevene
I do
afstevene
you do
afstevene
he/she/it do
afstevene
we do
afstevene
you all do
afstevene
they do
Du
Ihr
Imperative mood
steven af
do
stevent af
do

Examples of afstevenen

Example in DutchTranslation in English
Mensen begrijpen niet dat het menselijk ras afstevent op een catastrofe.People don't understand that the human race is heading for a catastrophe.
Pauzeer je dat niet om te denken, dat Annabeth jouw goede vriendin, afstevent op haar tweede huwelijk, terwijl jij je eerste nog niet eens in zicht is?Well, doesn't it give you pause to know that AnnaBeth, your good friend, is embarking on her second marriage when your first isn't even in sight?
Hij begreep toentertijd al dat de samenleving afstevende op een ramkoers... met de natuur en met zichzelf- onhoudbaar op elk niveau... en als zaken niet veranderen... zullen we ons vernietigen, op de ene manier of de andere.He understood back then that society was on a collision course with nature and itself - unsustainable on every level and if things didn't change we would destroy ourselves, one way or another.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

afschansen
do
afschrappen
scrape down
afseinen
countermand
afstelen
do
afstellen
adjust
afsterven
do
afstijgen
dismount
afstoten
repel
afstropen
strip
aftakelen
deteriorate

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.
Learning languages?