Cooljugator Logo Get a Dutch Tutor

afroesten

to do

Looking for learning resources? Study with our courses! Get a full course →

Conjugation of afroesten

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
roest af
I do
roest af
you do
roest af
he/she/it does
roesten af
we do
roesten af
you all do
roesten af
they do
Present perfect tense
ben afgeroest
I have done
bent afgeroest
you have done
is afgeroest
he/she/it has done
zijn afgeroest
we have done
zijn afgeroest
you all have done
zijn afgeroest
they have done
Past tense
roestte af
I did
roestte af
you did
roestte af
he/she/it did
roestten af
we did
roestten af
you all did
roestten af
they did
Future tense
zal afroesten
I will do
zult afroesten
you will do
zal afroesten
he/she/it will do
zullen afroesten
we will do
zullen afroesten
you all will do
zullen afroesten
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou afroesten
I would do
zou afroesten
you would do
zou afroesten
he/she/it would do
zouden afroesten
we would do
zouden afroesten
you all would do
zouden afroesten
they would do
Subjunctive mood
roeste af
I do
roeste af
you do
roeste af
he/she/it do
roeste af
we do
roeste af
you all do
roeste af
they do
Past perfect tense
was afgeroest
I had done
was afgeroest
you had done
was afgeroest
he/she/it had done
waren afgeroest
we had done
waren afgeroest
you all had done
waren afgeroest
they had done
Future perf.
zal afgeroest zijn
I will have done
zal afgeroest zijn
you will have done
zal afgeroest zijn
he/she/it will have done
zullen afgeroest zijn
we will have done
zullen afgeroest zijn
you all will have done
zullen afgeroest zijn
they will have done
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou afgeroest zijn
I would have done
zou afgeroest zijn
you would have done
zou afgeroest zijn
he/she/it would have done
zouden afgeroest zijn
we would have done
zouden afgeroest zijn
you all would have done
zouden afgeroest zijn
they would have done
Present bijzin tense
afroest
I do
afroest
you do
afroest
he/she/it does
afroesten
we do
afroesten
you all do
afroesten
they do
Past bijzin tense
afroestte
I did
afroestte
you did
afroestte
he/she/it did
afroestten
we did
afroestten
you all did
afroestten
they did
Future bijzin tense
zal afroesten
I will do
zult afroesten
you will do
zal afroesten
he/she/it will do
zullen afroesten
we will do
zullen afroesten
you all will do
zullen afroesten
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou afroesten
I would do
zou afroesten
you would do
zou afroesten
he/she/it would do
zouden afroesten
we would do
zouden afroesten
you all would do
zouden afroesten
they would do
Subjunctive bijzin mood
afroeste
I do
afroeste
you do
afroeste
he/she/it do
afroeste
we do
afroeste
you all do
afroeste
they do
Du
Ihr
Imperative mood
roest af
do
roest af
do

Further details about this page

LOCATION