Afpeigeren (to do) conjugation

Dutch
1 examples

Conjugation of afpeigeren

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
peiger af
I do
peigert af
you do
peigert af
he/she/it does
peigeren af
we do
peigeren af
you all do
peigeren af
they do
Present perfect tense
heb afgepeigerd
I have done
hebt afgepeigerd
you have done
heeft afgepeigerd
he/she/it has done
hebben afgepeigerd
we have done
hebben afgepeigerd
you all have done
hebben afgepeigerd
they have done
Past tense
peigerde af
I did
peigerde af
you did
peigerde af
he/she/it did
peigerden af
we did
peigerden af
you all did
peigerden af
they did
Future tense
zal afpeigeren
I will do
zult afpeigeren
you will do
zal afpeigeren
he/she/it will do
zullen afpeigeren
we will do
zullen afpeigeren
you all will do
zullen afpeigeren
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou afpeigeren
I would do
zou afpeigeren
you would do
zou afpeigeren
he/she/it would do
zouden afpeigeren
we would do
zouden afpeigeren
you all would do
zouden afpeigeren
they would do
Subjunctive mood
peigere af
I do
peigere af
you do
peigere af
he/she/it do
peigere af
we do
peigere af
you all do
peigere af
they do
Past perfect tense
had afgepeigerd
I had done
had afgepeigerd
you had done
had afgepeigerd
he/she/it had done
hadden afgepeigerd
we had done
hadden afgepeigerd
you all had done
hadden afgepeigerd
they had done
Future perf.
zal afgepeigerd hebben
I will have done
zal afgepeigerd hebben
you will have done
zal afgepeigerd hebben
he/she/it will have done
zullen afgepeigerd hebben
we will have done
zullen afgepeigerd hebben
you all will have done
zullen afgepeigerd hebben
they will have done
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou afgepeigerd hebben
I would have done
zou afgepeigerd hebben
you would have done
zou afgepeigerd hebben
he/she/it would have done
zouden afgepeigerd hebben
we would have done
zouden afgepeigerd hebben
you all would have done
zouden afgepeigerd hebben
they would have done
Present bijzin tense
afpeiger
I do
afpeigert
you do
afpeigert
he/she/it does
afpeigeren
we do
afpeigeren
you all do
afpeigeren
they do
Past bijzin tense
afpeigerde
I did
afpeigerde
you did
afpeigerde
he/she/it did
afpeigerden
we did
afpeigerden
you all did
afpeigerden
they did
Future bijzin tense
zal afpeigeren
I will do
zult afpeigeren
you will do
zal afpeigeren
he/she/it will do
zullen afpeigeren
we will do
zullen afpeigeren
you all will do
zullen afpeigeren
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou afpeigeren
I would do
zou afpeigeren
you would do
zou afpeigeren
he/she/it would do
zouden afpeigeren
we would do
zouden afpeigeren
you all would do
zouden afpeigeren
they would do
Subjunctive bijzin mood
afpeigere
I do
afpeigere
you do
afpeigere
he/she/it do
afpeigere
we do
afpeigere
you all do
afpeigere
they do
Du
Ihr
Imperative mood
peiger af
do
peigert af
do

Examples of afpeigeren

Example in DutchTranslation in English
Je ziet er afgepeigerd uit.You look done in.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

afpeuteren
do

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

afkrassen
do
afleken
do
aflopen
end
afmaken
finish
afmelden
log out
afpeddelen
do
afpeilen
do
afplaggen
turf
afpletten
do
afrafelen
do

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.
Learning languages?