Afkondigen (to proclaim) conjugation

Dutch
4 examples

Conjugation of afkondigen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
kondig af
I proclaim
kondigt af
you proclaim
kondigt af
he/she/it proclaims
kondigen af
we proclaim
kondigen af
you all proclaim
kondigen af
they proclaim
Present perfect tense
heb afgekondigd
I have proclaimed
hebt afgekondigd
you have proclaimed
heeft afgekondigd
he/she/it has proclaimed
hebben afgekondigd
we have proclaimed
hebben afgekondigd
you all have proclaimed
hebben afgekondigd
they have proclaimed
Past tense
kondigde af
I proclaimed
kondigde af
you proclaimed
kondigde af
he/she/it proclaimed
kondigden af
we proclaimed
kondigden af
you all proclaimed
kondigden af
they proclaimed
Future tense
zal afkondigen
I will proclaim
zult afkondigen
you will proclaim
zal afkondigen
he/she/it will proclaim
zullen afkondigen
we will proclaim
zullen afkondigen
you all will proclaim
zullen afkondigen
they will proclaim
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou afkondigen
I would proclaim
zou afkondigen
you would proclaim
zou afkondigen
he/she/it would proclaim
zouden afkondigen
we would proclaim
zouden afkondigen
you all would proclaim
zouden afkondigen
they would proclaim
Subjunctive mood
kondige af
I proclaim
kondige af
you proclaim
kondige af
he/she/it proclaim
kondige af
we proclaim
kondige af
you all proclaim
kondige af
they proclaim
Past perfect tense
had afgekondigd
I had proclaimed
had afgekondigd
you had proclaimed
had afgekondigd
he/she/it had proclaimed
hadden afgekondigd
we had proclaimed
hadden afgekondigd
you all had proclaimed
hadden afgekondigd
they had proclaimed
Future perf.
zal afgekondigd hebben
I will have proclaimed
zal afgekondigd hebben
you will have proclaimed
zal afgekondigd hebben
he/she/it will have proclaimed
zullen afgekondigd hebben
we will have proclaimed
zullen afgekondigd hebben
you all will have proclaimed
zullen afgekondigd hebben
they will have proclaimed
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou afgekondigd hebben
I would have proclaimed
zou afgekondigd hebben
you would have proclaimed
zou afgekondigd hebben
he/she/it would have proclaimed
zouden afgekondigd hebben
we would have proclaimed
zouden afgekondigd hebben
you all would have proclaimed
zouden afgekondigd hebben
they would have proclaimed
Present bijzin tense
afkondig
I proclaim
afkondigt
you proclaim
afkondigt
he/she/it proclaims
afkondigen
we proclaim
afkondigen
you all proclaim
afkondigen
they proclaim
Past bijzin tense
afkondigde
I proclaimed
afkondigde
you proclaimed
afkondigde
he/she/it proclaimed
afkondigden
we proclaimed
afkondigden
you all proclaimed
afkondigden
they proclaimed
Future bijzin tense
zal afkondigen
I will proclaim
zult afkondigen
you will proclaim
zal afkondigen
he/she/it will proclaim
zullen afkondigen
we will proclaim
zullen afkondigen
you all will proclaim
zullen afkondigen
they will proclaim
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou afkondigen
I would proclaim
zou afkondigen
you would proclaim
zou afkondigen
he/she/it would proclaim
zouden afkondigen
we would proclaim
zouden afkondigen
you all would proclaim
zouden afkondigen
they would proclaim
Subjunctive bijzin mood
afkondige
I proclaim
afkondige
you proclaim
afkondige
he/she/it proclaim
afkondige
we proclaim
afkondige
you all proclaim
afkondige
they proclaim
Du
Ihr
Imperative mood
kondig af
proclaim
kondigt af
proclaim

Examples of afkondigen

Example in DutchTranslation in English
Dat ze gaat afkondigen dat dit een grote misverstand is. En tegen mij zal zeggen rijd maar terug naar New York.By the time we got to Boston... she'd proclaim this was all a big misunderstanding... and tell me to turn around and drive us back to New York.
Wil je de krijgswet afkondigen? Ga je gang.If you want martial law on the Promenade, proclaim it.
Dara en haar broer waren in Tagas waar de heerser Elamos deze wet had afgekondigd:"Dara and her brother found themselves in Tagas, where the ruler, Elamos the Magnificent, proclaimed as law,
Met het oog daarop is een staakt-het-vuren afgekondigd in Tsinvali.With this in mind, a cease-fire has been proclaimed in Tskhinvali.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'proclaim':

None found.
Learning languages?