Dutch
Search
Quick navigation...
Dutch Cooljugator home
List of Dutch verbs
Submit feedback
About Cooljugator
Cooljugator blog
Cooljugator home
Affiliëren (to affiliate) conjugation
Dutch
Conjugation of eiti
Translation
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
affilieer
I affiliate
affilieert
you affiliate
affilieert
he/she/it affiliates
affiliëren
we affiliate
affiliëren
you all affiliate
affiliëren
they affiliate
Present perfect tense
heb geaffilieerd
I have affiliated
hebt geaffilieerd
you have affiliated
heeft geaffilieerd
he/she/it has affiliated
hebben geaffilieerd
we have affiliated
hebben geaffilieerd
you all have affiliated
hebben geaffilieerd
they have affiliated
Past tense
affilieerde
I affiliated
affilieerde
you affiliated
affilieerde
he/she/it affiliated
affilieerden
we affiliated
affilieerden
you all affiliated
affilieerden
they affiliated
Future tense
zal affiliëren
I will affiliate
zult affiliëren
you will affiliate
zal affiliëren
he/she/it will affiliate
zullen affiliëren
we will affiliate
zullen affiliëren
you all will affiliate
zullen affiliëren
they will affiliate
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou affiliëren
I would affiliate
zou affiliëren
you would affiliate
zou affiliëren
he/she/it would affiliate
zouden affiliëren
we would affiliate
zouden affiliëren
you all would affiliate
zouden affiliëren
they would affiliate
Subjunctive mood
affiliëre
I affiliate
affiliëre
you affiliate
affiliëre
he/she/it affiliate
affiliëre
we affiliate
affiliëre
you all affiliate
affiliëre
they affiliate
Past perfect tense
had geaffilieerd
I had affiliated
had geaffilieerd
you had affiliated
had geaffilieerd
he/she/it had affiliated
hadden geaffilieerd
we had affiliated
hadden geaffilieerd
you all had affiliated
hadden geaffilieerd
they had affiliated
Future perf.
zal geaffilieerd hebben
I will have affiliated
zal geaffilieerd hebben
you will have affiliated
zal geaffilieerd hebben
he/she/it will have affiliated
zullen geaffilieerd hebben
we will have affiliated
zullen geaffilieerd hebben
you all will have affiliated
zullen geaffilieerd hebben
they will have affiliated
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou geaffilieerd hebben
I would have affiliated
zou geaffilieerd hebben
you would have affiliated
zou geaffilieerd hebben
he/she/it would have affiliated
zouden geaffilieerd hebben
we would have affiliated
zouden geaffilieerd hebben
you all would have affiliated
zouden geaffilieerd hebben
they would have affiliated
Du
Ihr
Imperative mood
affilieer
affiliate
affilieert
affiliate
More Dutch verbs
Related
Not found
We have none.
Similar
Not found
We have none.
Similar but longer
Not found
We have none.
Random
afbedelen
do
afbuitelen
do
afdichten
do
afdorsen
do
affakkelen
do
affietsen
do
affineren
affiliate
afharken
do
afhechten
do
afhellen
droop
Other Dutch verbs with the meaning similar to 'affiliate':
None found.
'Affiliate' in different languages
Language
Verb(s)
Language
Verb(s)
English
affiliate
Esperanto
filiigi
Estonian
liituma
French
affilier
German
anschließen
,
sich anschmiegen
Greek
εντάσσω
,
εντοιχίζω
Polish
afiliować
Portuguese
afiliar
Spanish
afiliar
Turkish
yakınlaşmak
Learning languages?
Try Interlinear