Dat we maken dat we van het eiland vertrekken. Dat we nooit meer achteromkijken. | We just get the hell off this island, and we never look back. |
Niet achteromkijken. | Don't look back. Come on. |
Het ene moment kijkt hij me nog aan en het volgende, ik kijk achterom, zit hij daar zonder hoofd. | You know, one minute, he's staring at me. The next, I look back, and the headless horseman is driving his cart. |
Wanneer je klaar bent en je kijkt achterom | When you accomplish it and you look back at that room, |
Zij kijken achterom. Ik kijk vooruit. | My opponents look back as I look forward. |
Toen zijn we gevlucht. Ik heb nooit achteromgekeken. Ik had gezworen je moeder nooit meer uit het oog te verliezen. | After that, we ran... and I never looked back, because I vowed I'd never take my eyes off your mother again. |
Ik keek achterom en hij was er niet meer. | I looked back and then he was gone. |
Ik keek achterom en zag een dakloze man. | 'I looked back and saw this homeless guy. |
Ik keek achterom. | I looked back. |
Maar ik... keek achterom en de... | But I... I looked back and he... |
Toen die vijf minuten voorbij waren, startte ik de truck, ik keek achterom naar het huis... en ik zag haar hand... het keukengordijn opzijschuiven. | When the five minutes was up, I cranked the truck. I looked back at the house, and I saw her hand pull aside the kitchen curtain. |